Jonathan Okita

N.E.C. bestaat 110 jaar, discussieer hier over hoe het vroeger allemaal was en haal herinneringen op!
Gebruikersavatar
Bernd
Berichten: 4967
Lid geworden op: zo 29 jul 2007, 13:52
Contacteer:

Re: Jonathan Okita

Bericht door Bernd »

hoMer schreef:
ma 16 mei 2022, 12:35
Misschien een beetje gek, maar nu onze promotieheld Okita vertrekt, vinden jullie het misschien mooi om de ode aan Okita die ik dit jaar in Hard Gras heb geschreven te lezen. Wat anderen er ook van vinden, hij is toch mijn held.

Het gaat ook heel erg over mezelf en over mijn sport tennis, maar het lijkt me toch mooi om te delen met de echte NEC-fans. Eigenlijk is dit niet de bedoeling, maar aangezien ik er niet vanuit ga dat mensen nu nog een Hard Gras van maart kopen, plaats ik het hier. Mocht je dit nou mooi vinden, overweeg dan ook eens een abonnement op hardgras, via www.hardgras.nl.

---
Het innerlijke spel van Jonathan Okita
Dat het thuispubliek fluit en scheldt, lijkt Jonathan Okita niet te deren. Tergend langzaam wandelt hij naar de zijlijn. Niets nieuws, zo’n treuzelwissel. Waarom haasten als de gewenste stand al op het bord staat? Maar dit is anders. Robert Mühren heeft tien minuten eerder Cambuur Leeuwarden via een penalty op voorsprong gezet en Okita speelt toch echt voor NEC.

Mijn liefde voor Jonathan Okita begon met een zelfhulpboek over tennis. Een tegenstander raadde het me aan. Ik startte sterk tegen ‘m, bijna achteloos sloeg ik de ballen waar ik ze wilde hebben, de eerste set was zo binnen. Daarna begon de ellende. Eerst waren het nog kleine foutjes: een bal ietsje naast de lijn of in het net, maar het werd van kwaad tot erger. Hoe harder ik mijn best deed geen fouten te maken, hoe groter de fouten werden. Op het einde van de wedstrijd vlogen ballen meters uit of onder in het net. De enige manier om binnen de lijnen te blijven was door de bal heel voorzichtig over het net te duwen. Totaal verkrampt verloor ik de beslissende set met 6-1.

Als ik een profvoetballer opzichtig zie falen, fantaseer ik wel ’s over de vraag of ik het beter had gedaan in zijn positie, maar meestal is er nog wel de realiteitszin om die vraag ontkennend te beantwoorden. Dit keer niet: op 31 januari 2020, in de wedstrijd tegen Cambuur, had NEC beter mij kunnen opstellen. Als Okita moet kaatsen, volgt een makkelijk te onderscheppen rollertje. Als hij wel een bal aan de voet houdt, loopt-ie er net zo lang mee in een willekeurige richting totdat een tegenstander bereid is ‘m van hem over te nemen, “voorzetten” verdwijnen linea recta over de achterlijn. Maar het ergste is de schijnbare desinteresse: het gesjok, het gebogen hoofd, duels verliest hij niet – was dat maar zo – hij ontwijkt ze. Alles wat hij doet lijkt slap. Fansite ForzaNEC beloont het optreden met het laagste cijfer ooit, een 2,5: ‘Als je er geen zin in hebt, blijf dan lekker thuis.’

‘Weet je wat jouw probleem is?’, vroeg mijn tegenstander na de wedstrijd, om meteen zelf het antwoord erachteraan te geven: ‘Je vertrouwt je eigen lichaam niet.’ Dat soort types heb je veel op tennisbanen, die denken dat de verliezer het leuk vindt om nog even met een biertje erbij het eigen falen na te beschouwen. ‘Dat klopt, en dat is volledig terecht!’, probeerde ik nog in de hoop het gesprek kort te houden. ‘Dat is helemaal niet terecht, je begon geweldig maar je verloor van jezelf.’ Ah ja, van jezelf verliezen, nog nooit eerder gehoord, thanks man! Dit was een man die op LinkedIn zonder ironie een plaatje deelt van een roedel wolven en hoe je daar als bedrijf van kunt leren, het allerergste soort man. ‘Nou, als ik van mezelf heb verloren, heb ik in elk geval van iemand gewonnen!’, was mijn laatste poging tot afkappen, maar hij was onverbiddelijk: ‘Nee, je hebt van niemand gewonnen, je hebt echt alleen van jezelf verloren. Ik heb dit ook zo vaak meegemaakt, maar dankzij een boek dat ik heb gelezen gaat het nu veel beter. Wat is je e-mail?’ Ik gaf mijn e-mailadres, hij pakte zijn telefoon en nog geen minuut later zat er een ebook in mijn inbox: The Inner Game of Tennis, van Timothy Gallwey, uit 1974. Het beste sportboek dat ik ooit heb gelezen.

The Inner Game leerde me dat er twee manieren zijn om je lichaam te besturen. Bewust en onbewust. Dat geldt voor tennis, maar ook voor dansen, seks, autoracen, en natuurlijk voor voetbal. Wie bewust een hoge bal aanneemt, denkt na over met welk lichaamsdeel hij de bal gaat stoppen en als het de rechtervoet wordt, waar hij zijn linkerbeen dan neerzet, hoe hij de vaart uit de bal gaat halen en welke kant van de voet hij daarvoor het meest geschikt vindt. Een onbewuste beweger kijkt naar hoe de bal komt aanvliegen en neemt ‘m aan. Hoe hij het doet weet-ie niet, hij doet gewoon. In het algemeen heb je meer succes met die onbewuste methode. Niet te veel nadenken over hoe je beweegt en vertrouwen op je lichaam. Je hebt al zo vaak tegen een bal geslagen, je hebt al zo vaak een hoge bal aangenomen, waarom zou je je lichaam nog allerlei instructies meegeven? Het heeft eigenlijk iets arrogants. De hele dag wandel je overal heen zonder ook maar één keer na te denken over hoe je dat eigenlijk doet. Maar op het moment suprême, als de bal jouw richting opkomt, ga jij je spieren met jarenlange ervaring vertellen wat ze moeten doen?

Onbewuste bewegers hebben doorgaans een ontspannen gezicht, je lichaam weet immers best dat je geen wangspieren nodig hebt om tegen aan bal te slaan of te schoppen. Die ontspannenheid wordt nog wel eens verward met nonchalance maar zolang het goed gaat, oogt het aantrekkelijk. Messi die in Camp Nou achteloos de bal over de keeper heen stift, Federer die op het centre court van Wimbledon haast verveeld een volley weglegt, Harry Mens in Businessclass die schijnbaar onbewogen het zoveelste topinterview afneemt. Jaloersmakend. En zolang het resultaat goed is, hoor je niemand klagen. Dan is het iemand ‘in the zone’, die ‘ijzig kalm blijft’. Pas als het misgaat komt de kritiek: hij is er ‘met z’n kop niet bij’, hij ‘doet zijn best niet’, hij heeft niet ‘de pure wil om te winnen’.

Tijdens de bewuste tenniswedstrijd hoorde je mij in de eerste set niet klagen, pas toen er kleine fouten in mijn spel slopen begon het gezeik. De resultaten van het spel van mijn onbewuste zelf vielen even een beetje tegen en hóp, mijn bewuste zelf nam het weer over. Mijn eigen lichaam ging niet bepaald goed om met die motie van wantrouwen en dat liet ik het weten ook. ‘Jezus, fucking hel, wat kan je wél?!’ Ik ging houteriger bewegen en hoe meer instructies ik aan mijn spieren gaf, hoe erger het werd. Zeker als een wedstrijd spannender wordt, is het extreem moeilijk om te blijven vertrouwen in je eigen kunnen wanneer de resultaten uitblijven. Om niet heel bewust harder je best te gaan doen, maar te blijven geloven in die spieren die je al zo lang van hot naar her brengen. De angst om te verliezen of de wil om te winnen werkt dan verlammend.

Voordat ik dat boek kreeg, is het me nooit geluk om de negatieve spiraal van frustratie over het eigen falen, harder je best doen en als gevolg daarvan nog harder falen om te keren. En met nooit bedoel ik letterlijk nul keer. Maar het boek staat vol met trucs waarmee ik mijn onbewuste zelf weer aan het werk kan zetten. Probeer bijvoorbeeld het merkje op de bal die op je afkomt te lezen, als je hoofd dat probeert heeft het geen tijd om instructies te geven, en naar de bal kijken moest je toch al doen. En stop met jezelf veroordelen: zeg na een punt niet ‘wat een klotebal, lul’, maar vraag je af waarom die bal in het net kwam en hoe je dat de volgende keer beter zou kunnen doen. Dat doe je natuurlijk wel bewust: je maakt een plan om betere resultaten te halen, maar daarna laat je het aan je onbewuste zelf over om dat uit te voeren. Je lijf heeft er niets aan als het bestraffend wordt toegesproken.

En dan had ik als amateurtennisser alleen last van mijn eigen kritiek, stel je eens voor dat je Jonathan Okita bent en er helemaal niets lukt. Deze week niet, vorige week niet en als de voortekenen niet bedriegen volgende week ook niet. Hoe blijf je dan nog geloven in je eigen lijf? Daar komt bij dat voetbal een sport is waarbij aanvallend per definitie heel veel niet lukt. Zelfs na anderhalf uur voetballen is het vaak nog 0-0. Een doelpunt maken is krankzinnig moeilijk, zeker als tien geïrriteerde teamgenoten en duizenden supporters ¬– omdat NEC al jaren kut speelt, zijn het er gelukkig ook weer niet zóveel – je van alles toeschreeuwen. De mensen willen aantoonbare inzet zien: opgestroopte mouwen, een forse tackle, een opzwepend gebaar naar de eigen tribune of desnoods een felle discussie met de scheidsrechter. Iets waarmee je laat zien dat je er zelf ook van baalt, dat je wel degelijk wil winnen. Een supportershand is snel gevuld, geef ze iéts. Maar Okita geeft helemaal niets. Dus het oordeel is geveld: hij is er met z’n kop niet bij, heeft niet de wil om te winnen.

In de 66e minuut wordt Okita uit z’n lijden verlost door publiekslieveling Randy Wolters, die onmiddellijk driftig een corner versiert en het publiek opzweept. Ik vind het afschuwelijk, het contrast met zo’n Wolters, die er prat op gaat dat hij bij elke club waar hij komt goed ligt bij de supporters, die zich laat fêteren in het supportershome door een biertje te drinken met de harde kern, die de helft van de tijd na de wedstrijd ook het uitvak uitgebreid bedankt omdat hij bij hun club ook nog een tijdje de demagoog heeft uitgehangen. Zo’n reserve-Dirk Kuyt die zonder ironie stelt dat hij zich als gewone jongen altijd thuis heeft gevoeld bij ‘echte volksclubs’. Zo’n jongen die ‘misschien niet altijd goed speelt, maar altijd laat zien dat hij er álles aan doet om te winnen.’

Okita zou nooit prat gaan op het feit dat hij ‘een gewone jongen is’, hoewel hij volgens het ‘started from the bottom now we’re here’-principe van Drake toch meer recht van spreken heeft dan een Kuyt of Wolters. Hij werd geboren in Köln, als zoon van Congolese ouders. Hij was vijf toen het gezin naar de banlieus van Parijs vertrok, omdat zijn vader daar werk vond. Hij zag de armoede, drugs en criminaliteit, maar naar eigen zeggen werd hij niet verleid: ‘In de hele wereld wordt in drugs gehandeld. Ik zag het rond me gebeuren, maar ik was jong. Ik heb een heel rustig karakter. […]. Mijn ouders hebben me goed opgevoed. Ik weet wat goed en fout is.’ Als Okita al met pers praat, spreekt hij Engels en nooit een woord te veel.

Na tien jaar in Frankrijk, verhuisde de familie Okita naar Brussel, op zijn zestiende debuteerde hij als prof in de Belgische Tweede klasse bij AFC Tubize, zijn debuut op het hoogste niveau volgde bij Standard Luik, na twee potjes in het eerste volgden vruchteloze huurperiodes bij KV Roeselare en Union Sint Gillis. Zonder een doelpunt gemaakt te hebben op welk Belgisch niveau dan ook, vertrok hij op z’n twintigste transfervrij naar Maastricht. Bij MVV maakte hij indruk, hij scoorde negentien keer en verdiende een transfer naar NEC.

Na een keurig eerste seizoen met vijftien doelpunten en dertien assists komt de klad erin, met als dieptepunt die thuiswedstrijd tegen Cambuur Leeuwarden. Ondanks de nadrukkelijk getoonde inzet van Randy Wolters verliest NEC met 0-2, door nog een goal van Mühren. Niet veel later maakt corona abrupt een einde aan het seizoen. NEC eindigt achtste, Wolters vertrekt naar Griekenland, waar hij ongetwijfeld goed ligt bij de supporters. Zijn hoogtepunt volgt in 2021, wanneer hij zwemmend te zien is in de videoclip van ‘Ik ga zwemmen’ (in Bacardi Lemon) van Mart Hoogkamer. Okita blijft steken op zes doelpunten. In de zomer probeert de club hem te verkopen, zelf geeft hij aan ook het liefst te vertrekken, maar niemand wil ‘m hebben.

En dus begint NEC aan alweer het derde jaar in de Keuken Kampioen Divisie met Okita in de aanval. Zijn speelstijl en instelling veranderen niet. Een typisch moment van Okita uit vorm: hij krijgt een bal ingespeeld met zijn rug naar de goal, zet zijn lichaam niet echt tussen de bal en de verdediger, lijkt de bal te verliezen maar duwt ‘m behendig over de voet van de tegenstander, hij kan de vrije man op het middenveld makkelijk inspelen maar kiest voor een ingewikkeld een-tweetje met zijn collegaspits, passt te zacht, is de bal kwijt en probeert nog geen minuut later precies hetzelfde nog een keer, tevergeefs.

De Okita van MVV en het eerste seizoen van NEC lijkt verdwenen. De nonchalance is er nog, de resultaten al lang niet meer. En eigenlijk is dat niet zo gek. Okita is namelijk helemaal niet zo’n goede voetballer. Ik heb een bevriende scout gevraagd om zijn rapport van Okita en het oordeel is niet mals. Wat valt onder het kopje ‘techniek’ is in elk geval niet eredivisiewaardig: een bal aannemen, met de bal aan de voet een directe tegenstander passeren en eigenlijk alles wat hij doet in de kleine ruimte is ondermaats. Dat wil niet zeggen dat hij het niet kan, maar wel dat het vaker misgaat dan bij anderen. In de open ruimte, dus op de counter is het nog wel aardig, maar NEC speelt in de Keuken Kampioen Divisie, waar tegenstanders slim genoeg zijn om die ruimte niet te geven. Of ze zijn simpelweg te slecht om van de eigen helft af te komen.

Toch blijf ik hopen op een opleving van Okita. Hij is niet bepaald de enige die in een vormcrisis zit, maar een hoop andere spelers heb ik überhaupt nog nooit iets bijzonders zien doen in een NEC-shirt. Van Okita weet ik dat hij het kan, ik heb het zelf gezien. Een typische actie van een Okita in vorm: hij begint te sprinten, niemand houdt ‘m bij, maar hij krijgt de bal achter zich gespeeld waardoor al het tempo uit de aanval is, hij houdt noodgedwongen in en zijn tegenstander haalt hem bij, maar met de bal aan de voet drijft hij de verdediger naar achteren, hij lijkt de bal te ver voor zich uit te spelen, de verdediger hapt, Okita passeert met een rechtse sleep, waardoor de bal voor zijn mindere linkervoet belandt, die hoek is niet makkelijk, maar met links schuift hij de bal laag in de lange hoek. Zijn acties zijn opportunistisch, het is hopen op een wonder en als dat wonder uitblijft vraag je je af waarom hij het in hemelsnaam in zijn hoofd haalde erin te geloven.

Als het dan eens wel lukt en hij na de wedstrijd een compliment van een journalist krijgt, reageert Okita uiterlijk onbewogen dat hij ‘happy’ is met de ‘three points’ en ‘happy’ dat hij het team heeft kunnen helpen: ‘I just do my thing you know.’

‘I just do my thing’, met dat citaat kun je Okita het best samenvatten. Maar dat ding dat hij doet, lukt al tijden niet meer. Het zit erin, maar het komt er niet uit. En dat is voor veel supporters erger dan een speler bij wie het er sowieso niet in zit. Hij krijgt op sociale media de volle laag: hij is een broodvoetballer, zit met zijn hoofd al lang bij een andere club, dat hij nog steeds zijn interviews in het Engels geeft, zegt genoeg over zijn binding met de club, en je kunt toch aan zijn spel zien dat het ‘m allemaal geen reet interesseert? Ik heb wat teamgenoten gevraagd of ze het eens zijn met die kritiek. Ze omschrijven Okita als een lieve, rustige jongen, maar niet als iemand die zijn best doet de vooroordelen over hem weg te nemen: ‘Waar ik wel een beetje jaloers op was, is dat het leek alsof het hem allemaal niet kon schelen’, zegt een oud-teamgenoot die inmiddels in het buitenland voetbalt. ‘Hij kwam altijd als laatste op de club bij het ontbijt, soms een paar minuten te laat. In het veld leek hij ook schijt te hebben, dat bedoel ik positief. Hij deed altijd z’n ding en als twee acties mislukte, maakt hij de derde keer weer een actie, ondanks dat jongens hem coachten of ondanks dat het publiek zat te nuilen.’

Dat nuilen, het gecultiveerde Nijmeegse zeuren op alles, bereikt Okita dat seizoen wel degelijk. Er komt naar buiten dat hij kampt met mentale problemen, een depressie wordt zelfs beweerd. ‘Ik had het gevoel dat alles misging’, zegt hij daar later over. ‘Voor het eerst in mijn carrière. Ik ben ook niet goed met de situatie omgegaan. Ik bekeek alles negatief’. Een andere omgeving zou hem goed doen, is de consensus in Nijmegen. Het liefst in Frankrijk, waar hij zich thuis voelt, en het liefst nog in de winterstop. Zo’n tobber in de selectie kunnen we niet gebruiken, we moeten promoveren, alle neuzen dezelfde kant op alstublieft.

Maar omdat andere clubs ook niet direct een versterking zien in een niet-scorende, aanvaller met motivatieproblemen, blijft Okita ook de tweede helft van het seizoen bij NEC, waar hij steeds vaker genoegen moet nemen met invalbeurten. Met het aanvalsduo Rangelo Janga en Elayis Tavsan bereikt NEC als zevende van de ranglijst ternauwernood de play-offs om promotie naar de eredivisie, waar geen rol weggelegd lijkt voor Okita. Maar in de eerste wedstrijd, uit tegen Almere, staat hij toch weer in de basis. Tavsan is geblesseerd afgehaakt en er is geen alternatief. Niet dat het supporters veel uitmaakt; of ze nou met Tavsan of Okita spelen, het vertrouwen in promotie is er sowieso niet.

Toch begint NEC uitstekend. Trainer Rogier Meijer heeft besloten in de play-offs met een extra verdediger te spelen en te leunen op de counter. Je speelt toch tegen de betere ploegen uit de competitie. Zijn aanpak heeft succes: Almere wordt verslagen en Okita scoort zowaar twee keer, in de complete competitie voorafgaand aan de play-offs maakte hij er maar vier. De 0-1 komt voort uit een lange bal die niet goed verwerkt wordt door een verdediger, Okita pikt ‘m op, kopt zichzelf al rennend richting het doel, passeert nog een verdediger en schuift de bal linksonder in het doel. De tweede goal is een makkie: door een fout van de keeper krijgt hij de bal voor zijn voeten, hij hoeft hem alleen maar in het lege doel te schuiven: 0-4. Daarna wint NEC thuis met 3-0 van Roda. Okita maakt de laatste treffer, wederom door alerter te zijn op een doorgekopte lange bal. Na vier jaar malaise is NEC tegen alle verwachtingen in nog maar één wedstrijd verwijderd van eredivisievoetbal.

Iedereen die een sport beoefent, herkent het: het moment dat je even buiten jezelf lijkt te treden en iets doet wat je zelf ook niet voor mogelijk had gehouden. Ik ben een tennisser met een matige motoriek en aangeboren concentratieproblemen, elke wedstrijd is een confrontatie met mijn tekortkomingen, maar soms slaat iemand een lob over me heen, ren ik er achteraan en sla ik ‘m zomaar opeens zonder te kijken achterstevoren langs mijn rug, strak langs de lijn. Maar het lastige is: alleen als ik het lef hebt onbewust te blijven bewegen, kan ik zo’n wonder laten gebeuren. Omdat ik zo’n bal altijd sla op het moment dat ik onbewust beweeg, kan ik het achteraf zelf ook niet helemaal geloven. Het is altijd alsof iemand anders die bal sloeg. The Inner Game leerde me dat ik dat wel degelijk zelf ben. Ik zal nooit proftennisser worden of zelfs ook maar clubkampioen, maar soms laat ik het wonder gebeuren, en als het gebeurt ben ik even ultiem gelukkig. Ik wou dat iemand eens zo’n bal filmde, ik zou het eindeloos terugkijken.

Ik heb me bij Okita wel eens afgevraagd of hij weet van al die theorie over bewust en onbewust bewegen. Zijn stoïcijnse houding lijkt me aangeboren, maar hoe summier ook: ‘gewoon je ding blijven doen’ is in feite precies waar dat hele boek om draait. Gewoon mijn ding blijven doen is geen talent van me. Als kind werd mij verteld dat ik ‘een goed stel hersens’ had, maar ook dat mijn motoriek slecht was. Ik deed mee aan de selectiedagen voor een tennisschool, maar al bij het warmlopen struikelde ik tijdens de kruispas over mijn eigen benen, met een forse schaafwond op mijn knie tot gevolg. De rest van het uur was voor spek en bonen. Mijn jongere broer daarentegen barstte van het talent, bewonderend keek ik toe hoe hij kampioen van Gelderland werd. Dat was voor mij niet weggelegd en daar had ik vrede mee. Wel ben ik altijd blijven spelen, elke wedstrijd keihard werkend, als een tennissende Randy Wolters, scheldend op mijn eigen lichaam, maar toch ook stiekem hopend dat het allemaal een keer mijn kant op zou vallen.

En ik ben altijd naar NEC blijven kijken. Balend, soms scheldend, maar ik kan het de matig presterende voetballers nooit echt kwalijk nemen. Ik weet hoe ze zich voelen, ook al zie je het er niet altijd aan af, ze doen hun best, dat weet ik zeker. Maar god, wat zou ik het leuk vinden als NEC weer in de eredivisie mag spelen, in een vol stadion, met de analisten zo mooi langs het veld, dat NEC er weer toe doet, al was het maar als kanonnenvoer voor Ajax. En om dat te bereiken, moeten ze in Breda winnen van NAC, dat zichzelf luidkeels heeft gebombardeerd tot favoriet voor promotie. Toch komt een aardig spelend NEC via een kopbal van Cas Odenthal op voorsprong. Maar dan komt de klad erin. Ze leunen te veel naar achter, bang om de voorsprong te verliezen, bang om de beslissende fout te maken. NEC speelt verkrampt, er wordt gescholden. Okita komt nauwelijks in het stuk voor. Natuurlijk gaat het mis, via de verse invaller Sydney van Hooijdonk weet NAC in de zeventigste minuut gelijk te maken. Er zijn door corona maar weinig supporters bij, uitfans zijn er sowieso niet, maar de NAC-fans maken geluid alsof het stadion stijf is uitverkocht. Mede omdat ze bij NAC ook verkrampt lijken door de spanning, houdt NEC in het restant van de wedstrijd stand. In de 89ste minuut staat de 1-1 nog steeds op het scorebord.

Een ingooi van Souffian El-Karouani naar Rangelo Janga, met een man in de rug controleert hij de bal en schuift hem terug naar zijn linksback die de bal niet aanneemt, maar meteen uitdraaiend halfhoog voorzet. Acht spelers van NAC staan in de eigen zestien, Okita staat ertussen. Lijkt hij er alles aan te doen om de voorzet te promoveren tot doelpunt? Wil hij die bal door de touwen jagen? Daar lijkt het niet op. Hij gaat het duel met zijn verdediger niet aan, maar maakt wel een split-step op het moment van de pass. Dat leerde ik met tennis vroeger ook: vlak voordat je tegenstander de bal slaat, maak je een klein sprongetje, op het moment dat je neerkomt ben je al in beweging en kun je dus beter te reageren op wat komen gaat. Je moet dat gewoon heel vaak doen zodat het een automatisme wordt en je het onbewust altijd doet. Als mijn bewuste zelf weer eens de leiding neemt en ik dus verkrampt begin te tennissen, is de split-step het eerste slachtoffer.

Na zijn split-step wurmt Okita zijn rechtervoet voor zijn verdediger, die zich druk maakt om allerlei zaken, maar geen idee heeft waar de bal zich op dat moment bevindt. Terwijl Okita naar achter leunt, maakt hij met de buitenkant van de voet contact met de bal, hij zet geen kracht, maakt gebruik van de vaart van de bal, die zo verandert van richting, naar de rechterkruising, in de geel-zwarte doelnetten. Ik heb nog nooit zo hard gejuicht.

Natuurlijk is de vreugde na het mooiste doelpunt uit zijn carrière even groot, maar tien minuten later praat Okita voor de camera weer gewoon alsof er een telefonische enquête bij hem wordt afgenomen. Tijdens het interview springt de euforische El Karouani hem om de nek, alle frustratie over het kloteseizoen komt er bij hem uit, ‘WE KOMEN ERAAN’. Okita glimlacht. ‘I Just touch the ball, now everything is good.’ Ook tijdens de huldiging, die nog diezelfde avond plaatsvindt, blijft hij rustig, op de achtergrond. Zijn medespelers maken het feest.

Maar ’s nachts, als Okita thuis is, pakt hij zijn telefoon. Hij zoekt de samenvatting van de wedstrijd en kijkt zijn eigen goal terug. En nog een keer. En nog een keer. En nog een keer. Naar eigen zeggen zeker honderd keer.

Hij was het echt zelf. Hij heeft het wonder laten gebeuren.
Wat een geweldig stuk. Goede pen, humor en emotie. Complimenten!

Gebruikersavatar
Bottendaal
Berichten: 14451
Lid geworden op: vr 31 aug 2012, 09:26
Contacteer:

Re: Jonathan Okita

Bericht door Bottendaal »

bertje schreef:
do 19 mei 2022, 13:27
Schitterend stuk! Iets wat Noviomagum eens zou moeten lezen, dan krijgt hij misschien ook meer begrip waarom het bij NEC spelers vaker mis dan goed gaat.
:biggrin:

Gebruikersavatar
RwgT
Berichten: 2479
Lid geworden op: zo 03 jun 2007, 19:08
Contacteer:

Re: Jonathan Okita

Bericht door RwgT »

Het is vandaag 23 mei, een NEC feestdag. Er verdienen uiteraard veel personen credits voor de prestaties die een jaar geleden tot een ultiem sluitstuk leidden. De bijdrage van Jonathan Okita aan waar NEC nu is, is legendarisch.

Jonathan Okita is een heel mooie voetballer en naar mijn gevoel een heel mooi mens. Voor de persoon die dat niet ziet of daar geen waardering voor kan opbrengen, is dat heel jammer. Rogier Meijer ziet het wel. "Als ik het iemand gun is hij het." Link: https://www.youtube.com/watch?v=C87l2lON-Qs.

Ik hoop enorm dat hij blijft, zoals ik dat altijd hoop bij NEC iconen. Hoe lang zijn verblijf bij NEC ook mag voortduren, op een 23 mei zal ik altijd aan hem denken.
And in the end, the love you take, is equal to the love you make.

Gebruikersavatar
DJTEEF!
Berichten: 11643
Lid geworden op: ma 09 mei 2011, 18:43
Contacteer:

Re: Jonathan Okita

Bericht door DJTEEF! »

hoMer schreef:
ma 16 mei 2022, 12:35
Misschien een beetje gek, maar nu onze promotieheld Okita vertrekt, vinden jullie het misschien mooi om de ode aan Okita die ik dit jaar in Hard Gras heb geschreven te lezen. Wat anderen er ook van vinden, hij is toch mijn held.

Het gaat ook heel erg over mezelf en over mijn sport tennis, maar het lijkt me toch mooi om te delen met de echte NEC-fans. Eigenlijk is dit niet de bedoeling, maar aangezien ik er niet vanuit ga dat mensen nu nog een Hard Gras van maart kopen, plaats ik het hier. Mocht je dit nou mooi vinden, overweeg dan ook eens een abonnement op hardgras, via www.hardgras.nl.

---
Het innerlijke spel van Jonathan Okita
Dat het thuispubliek fluit en scheldt, lijkt Jonathan Okita niet te deren. Tergend langzaam wandelt hij naar de zijlijn. Niets nieuws, zo’n treuzelwissel. Waarom haasten als de gewenste stand al op het bord staat? Maar dit is anders. Robert Mühren heeft tien minuten eerder Cambuur Leeuwarden via een penalty op voorsprong gezet en Okita speelt toch echt voor NEC.

Mijn liefde voor Jonathan Okita begon met een zelfhulpboek over tennis. Een tegenstander raadde het me aan. Ik startte sterk tegen ‘m, bijna achteloos sloeg ik de ballen waar ik ze wilde hebben, de eerste set was zo binnen. Daarna begon de ellende. Eerst waren het nog kleine foutjes: een bal ietsje naast de lijn of in het net, maar het werd van kwaad tot erger. Hoe harder ik mijn best deed geen fouten te maken, hoe groter de fouten werden. Op het einde van de wedstrijd vlogen ballen meters uit of onder in het net. De enige manier om binnen de lijnen te blijven was door de bal heel voorzichtig over het net te duwen. Totaal verkrampt verloor ik de beslissende set met 6-1.

Als ik een profvoetballer opzichtig zie falen, fantaseer ik wel ’s over de vraag of ik het beter had gedaan in zijn positie, maar meestal is er nog wel de realiteitszin om die vraag ontkennend te beantwoorden. Dit keer niet: op 31 januari 2020, in de wedstrijd tegen Cambuur, had NEC beter mij kunnen opstellen. Als Okita moet kaatsen, volgt een makkelijk te onderscheppen rollertje. Als hij wel een bal aan de voet houdt, loopt-ie er net zo lang mee in een willekeurige richting totdat een tegenstander bereid is ‘m van hem over te nemen, “voorzetten” verdwijnen linea recta over de achterlijn. Maar het ergste is de schijnbare desinteresse: het gesjok, het gebogen hoofd, duels verliest hij niet – was dat maar zo – hij ontwijkt ze. Alles wat hij doet lijkt slap. Fansite ForzaNEC beloont het optreden met het laagste cijfer ooit, een 2,5: ‘Als je er geen zin in hebt, blijf dan lekker thuis.’

‘Weet je wat jouw probleem is?’, vroeg mijn tegenstander na de wedstrijd, om meteen zelf het antwoord erachteraan te geven: ‘Je vertrouwt je eigen lichaam niet.’ Dat soort types heb je veel op tennisbanen, die denken dat de verliezer het leuk vindt om nog even met een biertje erbij het eigen falen na te beschouwen. ‘Dat klopt, en dat is volledig terecht!’, probeerde ik nog in de hoop het gesprek kort te houden. ‘Dat is helemaal niet terecht, je begon geweldig maar je verloor van jezelf.’ Ah ja, van jezelf verliezen, nog nooit eerder gehoord, thanks man! Dit was een man die op LinkedIn zonder ironie een plaatje deelt van een roedel wolven en hoe je daar als bedrijf van kunt leren, het allerergste soort man. ‘Nou, als ik van mezelf heb verloren, heb ik in elk geval van iemand gewonnen!’, was mijn laatste poging tot afkappen, maar hij was onverbiddelijk: ‘Nee, je hebt van niemand gewonnen, je hebt echt alleen van jezelf verloren. Ik heb dit ook zo vaak meegemaakt, maar dankzij een boek dat ik heb gelezen gaat het nu veel beter. Wat is je e-mail?’ Ik gaf mijn e-mailadres, hij pakte zijn telefoon en nog geen minuut later zat er een ebook in mijn inbox: The Inner Game of Tennis, van Timothy Gallwey, uit 1974. Het beste sportboek dat ik ooit heb gelezen.

The Inner Game leerde me dat er twee manieren zijn om je lichaam te besturen. Bewust en onbewust. Dat geldt voor tennis, maar ook voor dansen, seks, autoracen, en natuurlijk voor voetbal. Wie bewust een hoge bal aanneemt, denkt na over met welk lichaamsdeel hij de bal gaat stoppen en als het de rechtervoet wordt, waar hij zijn linkerbeen dan neerzet, hoe hij de vaart uit de bal gaat halen en welke kant van de voet hij daarvoor het meest geschikt vindt. Een onbewuste beweger kijkt naar hoe de bal komt aanvliegen en neemt ‘m aan. Hoe hij het doet weet-ie niet, hij doet gewoon. In het algemeen heb je meer succes met die onbewuste methode. Niet te veel nadenken over hoe je beweegt en vertrouwen op je lichaam. Je hebt al zo vaak tegen een bal geslagen, je hebt al zo vaak een hoge bal aangenomen, waarom zou je je lichaam nog allerlei instructies meegeven? Het heeft eigenlijk iets arrogants. De hele dag wandel je overal heen zonder ook maar één keer na te denken over hoe je dat eigenlijk doet. Maar op het moment suprême, als de bal jouw richting opkomt, ga jij je spieren met jarenlange ervaring vertellen wat ze moeten doen?

Onbewuste bewegers hebben doorgaans een ontspannen gezicht, je lichaam weet immers best dat je geen wangspieren nodig hebt om tegen aan bal te slaan of te schoppen. Die ontspannenheid wordt nog wel eens verward met nonchalance maar zolang het goed gaat, oogt het aantrekkelijk. Messi die in Camp Nou achteloos de bal over de keeper heen stift, Federer die op het centre court van Wimbledon haast verveeld een volley weglegt, Harry Mens in Businessclass die schijnbaar onbewogen het zoveelste topinterview afneemt. Jaloersmakend. En zolang het resultaat goed is, hoor je niemand klagen. Dan is het iemand ‘in the zone’, die ‘ijzig kalm blijft’. Pas als het misgaat komt de kritiek: hij is er ‘met z’n kop niet bij’, hij ‘doet zijn best niet’, hij heeft niet ‘de pure wil om te winnen’.

Tijdens de bewuste tenniswedstrijd hoorde je mij in de eerste set niet klagen, pas toen er kleine fouten in mijn spel slopen begon het gezeik. De resultaten van het spel van mijn onbewuste zelf vielen even een beetje tegen en hóp, mijn bewuste zelf nam het weer over. Mijn eigen lichaam ging niet bepaald goed om met die motie van wantrouwen en dat liet ik het weten ook. ‘Jezus, fucking hel, wat kan je wél?!’ Ik ging houteriger bewegen en hoe meer instructies ik aan mijn spieren gaf, hoe erger het werd. Zeker als een wedstrijd spannender wordt, is het extreem moeilijk om te blijven vertrouwen in je eigen kunnen wanneer de resultaten uitblijven. Om niet heel bewust harder je best te gaan doen, maar te blijven geloven in die spieren die je al zo lang van hot naar her brengen. De angst om te verliezen of de wil om te winnen werkt dan verlammend.

Voordat ik dat boek kreeg, is het me nooit geluk om de negatieve spiraal van frustratie over het eigen falen, harder je best doen en als gevolg daarvan nog harder falen om te keren. En met nooit bedoel ik letterlijk nul keer. Maar het boek staat vol met trucs waarmee ik mijn onbewuste zelf weer aan het werk kan zetten. Probeer bijvoorbeeld het merkje op de bal die op je afkomt te lezen, als je hoofd dat probeert heeft het geen tijd om instructies te geven, en naar de bal kijken moest je toch al doen. En stop met jezelf veroordelen: zeg na een punt niet ‘wat een klotebal, lul’, maar vraag je af waarom die bal in het net kwam en hoe je dat de volgende keer beter zou kunnen doen. Dat doe je natuurlijk wel bewust: je maakt een plan om betere resultaten te halen, maar daarna laat je het aan je onbewuste zelf over om dat uit te voeren. Je lijf heeft er niets aan als het bestraffend wordt toegesproken.

En dan had ik als amateurtennisser alleen last van mijn eigen kritiek, stel je eens voor dat je Jonathan Okita bent en er helemaal niets lukt. Deze week niet, vorige week niet en als de voortekenen niet bedriegen volgende week ook niet. Hoe blijf je dan nog geloven in je eigen lijf? Daar komt bij dat voetbal een sport is waarbij aanvallend per definitie heel veel niet lukt. Zelfs na anderhalf uur voetballen is het vaak nog 0-0. Een doelpunt maken is krankzinnig moeilijk, zeker als tien geïrriteerde teamgenoten en duizenden supporters ¬– omdat NEC al jaren kut speelt, zijn het er gelukkig ook weer niet zóveel – je van alles toeschreeuwen. De mensen willen aantoonbare inzet zien: opgestroopte mouwen, een forse tackle, een opzwepend gebaar naar de eigen tribune of desnoods een felle discussie met de scheidsrechter. Iets waarmee je laat zien dat je er zelf ook van baalt, dat je wel degelijk wil winnen. Een supportershand is snel gevuld, geef ze iéts. Maar Okita geeft helemaal niets. Dus het oordeel is geveld: hij is er met z’n kop niet bij, heeft niet de wil om te winnen.

In de 66e minuut wordt Okita uit z’n lijden verlost door publiekslieveling Randy Wolters, die onmiddellijk driftig een corner versiert en het publiek opzweept. Ik vind het afschuwelijk, het contrast met zo’n Wolters, die er prat op gaat dat hij bij elke club waar hij komt goed ligt bij de supporters, die zich laat fêteren in het supportershome door een biertje te drinken met de harde kern, die de helft van de tijd na de wedstrijd ook het uitvak uitgebreid bedankt omdat hij bij hun club ook nog een tijdje de demagoog heeft uitgehangen. Zo’n reserve-Dirk Kuyt die zonder ironie stelt dat hij zich als gewone jongen altijd thuis heeft gevoeld bij ‘echte volksclubs’. Zo’n jongen die ‘misschien niet altijd goed speelt, maar altijd laat zien dat hij er álles aan doet om te winnen.’

Okita zou nooit prat gaan op het feit dat hij ‘een gewone jongen is’, hoewel hij volgens het ‘started from the bottom now we’re here’-principe van Drake toch meer recht van spreken heeft dan een Kuyt of Wolters. Hij werd geboren in Köln, als zoon van Congolese ouders. Hij was vijf toen het gezin naar de banlieus van Parijs vertrok, omdat zijn vader daar werk vond. Hij zag de armoede, drugs en criminaliteit, maar naar eigen zeggen werd hij niet verleid: ‘In de hele wereld wordt in drugs gehandeld. Ik zag het rond me gebeuren, maar ik was jong. Ik heb een heel rustig karakter. […]. Mijn ouders hebben me goed opgevoed. Ik weet wat goed en fout is.’ Als Okita al met pers praat, spreekt hij Engels en nooit een woord te veel.

Na tien jaar in Frankrijk, verhuisde de familie Okita naar Brussel, op zijn zestiende debuteerde hij als prof in de Belgische Tweede klasse bij AFC Tubize, zijn debuut op het hoogste niveau volgde bij Standard Luik, na twee potjes in het eerste volgden vruchteloze huurperiodes bij KV Roeselare en Union Sint Gillis. Zonder een doelpunt gemaakt te hebben op welk Belgisch niveau dan ook, vertrok hij op z’n twintigste transfervrij naar Maastricht. Bij MVV maakte hij indruk, hij scoorde negentien keer en verdiende een transfer naar NEC.

Na een keurig eerste seizoen met vijftien doelpunten en dertien assists komt de klad erin, met als dieptepunt die thuiswedstrijd tegen Cambuur Leeuwarden. Ondanks de nadrukkelijk getoonde inzet van Randy Wolters verliest NEC met 0-2, door nog een goal van Mühren. Niet veel later maakt corona abrupt een einde aan het seizoen. NEC eindigt achtste, Wolters vertrekt naar Griekenland, waar hij ongetwijfeld goed ligt bij de supporters. Zijn hoogtepunt volgt in 2021, wanneer hij zwemmend te zien is in de videoclip van ‘Ik ga zwemmen’ (in Bacardi Lemon) van Mart Hoogkamer. Okita blijft steken op zes doelpunten. In de zomer probeert de club hem te verkopen, zelf geeft hij aan ook het liefst te vertrekken, maar niemand wil ‘m hebben.

En dus begint NEC aan alweer het derde jaar in de Keuken Kampioen Divisie met Okita in de aanval. Zijn speelstijl en instelling veranderen niet. Een typisch moment van Okita uit vorm: hij krijgt een bal ingespeeld met zijn rug naar de goal, zet zijn lichaam niet echt tussen de bal en de verdediger, lijkt de bal te verliezen maar duwt ‘m behendig over de voet van de tegenstander, hij kan de vrije man op het middenveld makkelijk inspelen maar kiest voor een ingewikkeld een-tweetje met zijn collegaspits, passt te zacht, is de bal kwijt en probeert nog geen minuut later precies hetzelfde nog een keer, tevergeefs.

De Okita van MVV en het eerste seizoen van NEC lijkt verdwenen. De nonchalance is er nog, de resultaten al lang niet meer. En eigenlijk is dat niet zo gek. Okita is namelijk helemaal niet zo’n goede voetballer. Ik heb een bevriende scout gevraagd om zijn rapport van Okita en het oordeel is niet mals. Wat valt onder het kopje ‘techniek’ is in elk geval niet eredivisiewaardig: een bal aannemen, met de bal aan de voet een directe tegenstander passeren en eigenlijk alles wat hij doet in de kleine ruimte is ondermaats. Dat wil niet zeggen dat hij het niet kan, maar wel dat het vaker misgaat dan bij anderen. In de open ruimte, dus op de counter is het nog wel aardig, maar NEC speelt in de Keuken Kampioen Divisie, waar tegenstanders slim genoeg zijn om die ruimte niet te geven. Of ze zijn simpelweg te slecht om van de eigen helft af te komen.

Toch blijf ik hopen op een opleving van Okita. Hij is niet bepaald de enige die in een vormcrisis zit, maar een hoop andere spelers heb ik überhaupt nog nooit iets bijzonders zien doen in een NEC-shirt. Van Okita weet ik dat hij het kan, ik heb het zelf gezien. Een typische actie van een Okita in vorm: hij begint te sprinten, niemand houdt ‘m bij, maar hij krijgt de bal achter zich gespeeld waardoor al het tempo uit de aanval is, hij houdt noodgedwongen in en zijn tegenstander haalt hem bij, maar met de bal aan de voet drijft hij de verdediger naar achteren, hij lijkt de bal te ver voor zich uit te spelen, de verdediger hapt, Okita passeert met een rechtse sleep, waardoor de bal voor zijn mindere linkervoet belandt, die hoek is niet makkelijk, maar met links schuift hij de bal laag in de lange hoek. Zijn acties zijn opportunistisch, het is hopen op een wonder en als dat wonder uitblijft vraag je je af waarom hij het in hemelsnaam in zijn hoofd haalde erin te geloven.

Als het dan eens wel lukt en hij na de wedstrijd een compliment van een journalist krijgt, reageert Okita uiterlijk onbewogen dat hij ‘happy’ is met de ‘three points’ en ‘happy’ dat hij het team heeft kunnen helpen: ‘I just do my thing you know.’

‘I just do my thing’, met dat citaat kun je Okita het best samenvatten. Maar dat ding dat hij doet, lukt al tijden niet meer. Het zit erin, maar het komt er niet uit. En dat is voor veel supporters erger dan een speler bij wie het er sowieso niet in zit. Hij krijgt op sociale media de volle laag: hij is een broodvoetballer, zit met zijn hoofd al lang bij een andere club, dat hij nog steeds zijn interviews in het Engels geeft, zegt genoeg over zijn binding met de club, en je kunt toch aan zijn spel zien dat het ‘m allemaal geen reet interesseert? Ik heb wat teamgenoten gevraagd of ze het eens zijn met die kritiek. Ze omschrijven Okita als een lieve, rustige jongen, maar niet als iemand die zijn best doet de vooroordelen over hem weg te nemen: ‘Waar ik wel een beetje jaloers op was, is dat het leek alsof het hem allemaal niet kon schelen’, zegt een oud-teamgenoot die inmiddels in het buitenland voetbalt. ‘Hij kwam altijd als laatste op de club bij het ontbijt, soms een paar minuten te laat. In het veld leek hij ook schijt te hebben, dat bedoel ik positief. Hij deed altijd z’n ding en als twee acties mislukte, maakt hij de derde keer weer een actie, ondanks dat jongens hem coachten of ondanks dat het publiek zat te nuilen.’

Dat nuilen, het gecultiveerde Nijmeegse zeuren op alles, bereikt Okita dat seizoen wel degelijk. Er komt naar buiten dat hij kampt met mentale problemen, een depressie wordt zelfs beweerd. ‘Ik had het gevoel dat alles misging’, zegt hij daar later over. ‘Voor het eerst in mijn carrière. Ik ben ook niet goed met de situatie omgegaan. Ik bekeek alles negatief’. Een andere omgeving zou hem goed doen, is de consensus in Nijmegen. Het liefst in Frankrijk, waar hij zich thuis voelt, en het liefst nog in de winterstop. Zo’n tobber in de selectie kunnen we niet gebruiken, we moeten promoveren, alle neuzen dezelfde kant op alstublieft.

Maar omdat andere clubs ook niet direct een versterking zien in een niet-scorende, aanvaller met motivatieproblemen, blijft Okita ook de tweede helft van het seizoen bij NEC, waar hij steeds vaker genoegen moet nemen met invalbeurten. Met het aanvalsduo Rangelo Janga en Elayis Tavsan bereikt NEC als zevende van de ranglijst ternauwernood de play-offs om promotie naar de eredivisie, waar geen rol weggelegd lijkt voor Okita. Maar in de eerste wedstrijd, uit tegen Almere, staat hij toch weer in de basis. Tavsan is geblesseerd afgehaakt en er is geen alternatief. Niet dat het supporters veel uitmaakt; of ze nou met Tavsan of Okita spelen, het vertrouwen in promotie is er sowieso niet.

Toch begint NEC uitstekend. Trainer Rogier Meijer heeft besloten in de play-offs met een extra verdediger te spelen en te leunen op de counter. Je speelt toch tegen de betere ploegen uit de competitie. Zijn aanpak heeft succes: Almere wordt verslagen en Okita scoort zowaar twee keer, in de complete competitie voorafgaand aan de play-offs maakte hij er maar vier. De 0-1 komt voort uit een lange bal die niet goed verwerkt wordt door een verdediger, Okita pikt ‘m op, kopt zichzelf al rennend richting het doel, passeert nog een verdediger en schuift de bal linksonder in het doel. De tweede goal is een makkie: door een fout van de keeper krijgt hij de bal voor zijn voeten, hij hoeft hem alleen maar in het lege doel te schuiven: 0-4. Daarna wint NEC thuis met 3-0 van Roda. Okita maakt de laatste treffer, wederom door alerter te zijn op een doorgekopte lange bal. Na vier jaar malaise is NEC tegen alle verwachtingen in nog maar één wedstrijd verwijderd van eredivisievoetbal.

Iedereen die een sport beoefent, herkent het: het moment dat je even buiten jezelf lijkt te treden en iets doet wat je zelf ook niet voor mogelijk had gehouden. Ik ben een tennisser met een matige motoriek en aangeboren concentratieproblemen, elke wedstrijd is een confrontatie met mijn tekortkomingen, maar soms slaat iemand een lob over me heen, ren ik er achteraan en sla ik ‘m zomaar opeens zonder te kijken achterstevoren langs mijn rug, strak langs de lijn. Maar het lastige is: alleen als ik het lef hebt onbewust te blijven bewegen, kan ik zo’n wonder laten gebeuren. Omdat ik zo’n bal altijd sla op het moment dat ik onbewust beweeg, kan ik het achteraf zelf ook niet helemaal geloven. Het is altijd alsof iemand anders die bal sloeg. The Inner Game leerde me dat ik dat wel degelijk zelf ben. Ik zal nooit proftennisser worden of zelfs ook maar clubkampioen, maar soms laat ik het wonder gebeuren, en als het gebeurt ben ik even ultiem gelukkig. Ik wou dat iemand eens zo’n bal filmde, ik zou het eindeloos terugkijken.

Ik heb me bij Okita wel eens afgevraagd of hij weet van al die theorie over bewust en onbewust bewegen. Zijn stoïcijnse houding lijkt me aangeboren, maar hoe summier ook: ‘gewoon je ding blijven doen’ is in feite precies waar dat hele boek om draait. Gewoon mijn ding blijven doen is geen talent van me. Als kind werd mij verteld dat ik ‘een goed stel hersens’ had, maar ook dat mijn motoriek slecht was. Ik deed mee aan de selectiedagen voor een tennisschool, maar al bij het warmlopen struikelde ik tijdens de kruispas over mijn eigen benen, met een forse schaafwond op mijn knie tot gevolg. De rest van het uur was voor spek en bonen. Mijn jongere broer daarentegen barstte van het talent, bewonderend keek ik toe hoe hij kampioen van Gelderland werd. Dat was voor mij niet weggelegd en daar had ik vrede mee. Wel ben ik altijd blijven spelen, elke wedstrijd keihard werkend, als een tennissende Randy Wolters, scheldend op mijn eigen lichaam, maar toch ook stiekem hopend dat het allemaal een keer mijn kant op zou vallen.

En ik ben altijd naar NEC blijven kijken. Balend, soms scheldend, maar ik kan het de matig presterende voetballers nooit echt kwalijk nemen. Ik weet hoe ze zich voelen, ook al zie je het er niet altijd aan af, ze doen hun best, dat weet ik zeker. Maar god, wat zou ik het leuk vinden als NEC weer in de eredivisie mag spelen, in een vol stadion, met de analisten zo mooi langs het veld, dat NEC er weer toe doet, al was het maar als kanonnenvoer voor Ajax. En om dat te bereiken, moeten ze in Breda winnen van NAC, dat zichzelf luidkeels heeft gebombardeerd tot favoriet voor promotie. Toch komt een aardig spelend NEC via een kopbal van Cas Odenthal op voorsprong. Maar dan komt de klad erin. Ze leunen te veel naar achter, bang om de voorsprong te verliezen, bang om de beslissende fout te maken. NEC speelt verkrampt, er wordt gescholden. Okita komt nauwelijks in het stuk voor. Natuurlijk gaat het mis, via de verse invaller Sydney van Hooijdonk weet NAC in de zeventigste minuut gelijk te maken. Er zijn door corona maar weinig supporters bij, uitfans zijn er sowieso niet, maar de NAC-fans maken geluid alsof het stadion stijf is uitverkocht. Mede omdat ze bij NAC ook verkrampt lijken door de spanning, houdt NEC in het restant van de wedstrijd stand. In de 89ste minuut staat de 1-1 nog steeds op het scorebord.

Een ingooi van Souffian El-Karouani naar Rangelo Janga, met een man in de rug controleert hij de bal en schuift hem terug naar zijn linksback die de bal niet aanneemt, maar meteen uitdraaiend halfhoog voorzet. Acht spelers van NAC staan in de eigen zestien, Okita staat ertussen. Lijkt hij er alles aan te doen om de voorzet te promoveren tot doelpunt? Wil hij die bal door de touwen jagen? Daar lijkt het niet op. Hij gaat het duel met zijn verdediger niet aan, maar maakt wel een split-step op het moment van de pass. Dat leerde ik met tennis vroeger ook: vlak voordat je tegenstander de bal slaat, maak je een klein sprongetje, op het moment dat je neerkomt ben je al in beweging en kun je dus beter te reageren op wat komen gaat. Je moet dat gewoon heel vaak doen zodat het een automatisme wordt en je het onbewust altijd doet. Als mijn bewuste zelf weer eens de leiding neemt en ik dus verkrampt begin te tennissen, is de split-step het eerste slachtoffer.

Na zijn split-step wurmt Okita zijn rechtervoet voor zijn verdediger, die zich druk maakt om allerlei zaken, maar geen idee heeft waar de bal zich op dat moment bevindt. Terwijl Okita naar achter leunt, maakt hij met de buitenkant van de voet contact met de bal, hij zet geen kracht, maakt gebruik van de vaart van de bal, die zo verandert van richting, naar de rechterkruising, in de geel-zwarte doelnetten. Ik heb nog nooit zo hard gejuicht.

Natuurlijk is de vreugde na het mooiste doelpunt uit zijn carrière even groot, maar tien minuten later praat Okita voor de camera weer gewoon alsof er een telefonische enquête bij hem wordt afgenomen. Tijdens het interview springt de euforische El Karouani hem om de nek, alle frustratie over het kloteseizoen komt er bij hem uit, ‘WE KOMEN ERAAN’. Okita glimlacht. ‘I Just touch the ball, now everything is good.’ Ook tijdens de huldiging, die nog diezelfde avond plaatsvindt, blijft hij rustig, op de achtergrond. Zijn medespelers maken het feest.

Maar ’s nachts, als Okita thuis is, pakt hij zijn telefoon. Hij zoekt de samenvatting van de wedstrijd en kijkt zijn eigen goal terug. En nog een keer. En nog een keer. En nog een keer. Naar eigen zeggen zeker honderd keer.

Hij was het echt zelf. Hij heeft het wonder laten gebeuren.
Wat een tot stuk. Dank voor het schrijven en delen.

Gebruikersavatar
NEC4EVER
Berichten: 1551
Lid geworden op: ma 04 jun 2007, 01:15
Contacteer:

Re: Jonathan Okita

Bericht door NEC4EVER »

RwgT schreef:
ma 23 mei 2022, 00:46
Het is vandaag 23 mei, een NEC feestdag. Er verdienen uiteraard veel personen credits voor de prestaties die een jaar geleden tot een ultiem sluitstuk leidden. De bijdrage van Jonathan Okita aan waar NEC nu is, is legendarisch.

Jonathan Okita is een heel mooie voetballer en naar mijn gevoel een heel mooi mens. Voor de persoon die dat niet ziet of daar geen waardering voor kan opbrengen, is dat heel jammer. Rogier Meijer ziet het wel. "Als ik het iemand gun is hij het." Link: https://www.youtube.com/watch?v=C87l2lON-Qs.

Ik hoop enorm dat hij blijft, zoals ik dat altijd hoop bij NEC iconen. Hoe lang zijn verblijf bij NEC ook mag voortduren, op een 23 mei zal ik altijd aan hem denken.
:withstupid: hier sluit ik me volledig bij aan!

Gebruikersavatar
Super-Simr
Berichten: 3712
Lid geworden op: di 05 jun 2007, 09:43
Contacteer:

Re: Jonathan Okita

Bericht door Super-Simr »

Okita altijd proberen te behouden. Moet je een speler van dat kaliber kopen ben je heel veel (meer) geld kwijt…
Geef hem een goed salaris en je hebt een basisspeler die vervolgens nog een leuke transferwaarde heeft.
Laatst gewijzigd door Super-Simr op ma 23 mei 2022, 11:37, 1 keer totaal gewijzigd.
Nijmegen, Nijmegen, altijd zon en nooit eens regen!

Gebruikersavatar
mschr
Berichten: 38244
Lid geworden op: zo 03 jun 2007, 17:14
Contacteer:

Re: Jonathan Okita

Bericht door mschr »

RwgT schreef:
ma 23 mei 2022, 00:46
Het is vandaag 23 mei, een NEC feestdag. Er verdienen uiteraard veel personen credits voor de prestaties die een jaar geleden tot een ultiem sluitstuk leidden. De bijdrage van Jonathan Okita aan waar NEC nu is, is legendarisch.

Jonathan Okita is een heel mooie voetballer en naar mijn gevoel een heel mooi mens. Voor de persoon die dat niet ziet of daar geen waardering voor kan opbrengen, is dat heel jammer. Rogier Meijer ziet het wel. "Als ik het iemand gun is hij het." Link: https://www.youtube.com/watch?v=C87l2lON-Qs.

Ik hoop enorm dat hij blijft, zoals ik dat altijd hoop bij NEC iconen. Hoe lang zijn verblijf bij NEC ook mag voortduren, op een 23 mei zal ik altijd aan hem denken.
Wat een lulkoek. Hij wil niet verlengen. Hij wil naar een andere club. Dat zijn de feiten. Ted moet iemand halen waarop men wel winst kan boeken.

Gebruikersavatar
eniesee12
Berichten: 5207
Lid geworden op: zo 09 dec 2012, 01:02
Contacteer:

Re: Jonathan Okita

Bericht door eniesee12 »

Super-Simr schreef:
ma 23 mei 2022, 09:09
Okita altijd proberen te behouden. Moet je een speler van dat kaliber kopen ben je heel veel (meer) geld kwijt…
Geef hem een goed salaris en je hebt een basisspeler die vervolgens nog een leuke transferwaarde heeft.
Welk kaliber ? Er zijn betere vleugelaanvallers

zoete aardbei
Berichten: 7626
Lid geworden op: do 03 sep 2020, 10:35
Contacteer:

Re: Jonathan Okita

Bericht door zoete aardbei »

Super-Simr schreef:
ma 23 mei 2022, 09:09
Okita altijd proberen te behouden. Moet je een speler van dat kaliber kopen ben je heel veel (meer) geld kwijt…
Geef hem een goed salaris en je hebt een basisspeler die vervolgens nog een leuke transferwaarde heeft.
We hebben 4 ton betaald aan MVV.Een goed salaris zal hij al hebben.
Die transferwaarde hebben we de afgelopen 4 jaar niet gezien anders was hij allang vertrokken.

Gebruikersavatar
RwgT
Berichten: 2479
Lid geworden op: zo 03 jun 2007, 19:08
Contacteer:

Re: Jonathan Okita

Bericht door RwgT »

mschr schreef:
ma 23 mei 2022, 09:17
RwgT schreef:
ma 23 mei 2022, 00:46
Het is vandaag 23 mei, een NEC feestdag. Er verdienen uiteraard veel personen credits voor de prestaties die een jaar geleden tot een ultiem sluitstuk leidden. De bijdrage van Jonathan Okita aan waar NEC nu is, is legendarisch.

Jonathan Okita is een heel mooie voetballer en naar mijn gevoel een heel mooi mens. Voor de persoon die dat niet ziet of daar geen waardering voor kan opbrengen, is dat heel jammer. Rogier Meijer ziet het wel. "Als ik het iemand gun is hij het." Link: https://www.youtube.com/watch?v=C87l2lON-Qs.

Ik hoop enorm dat hij blijft, zoals ik dat altijd hoop bij NEC iconen. Hoe lang zijn verblijf bij NEC ook mag voortduren, op een 23 mei zal ik altijd aan hem denken.
Wat een lulkoek. Hij wil niet verlengen. Hij wil naar een andere club. Dat zijn de feiten. Ted moet iemand halen waarop men wel winst kan boeken.
Het is mijns inziens nooit onzin om hoop te hebben.
And in the end, the love you take, is equal to the love you make.

Henkiepenkie
Berichten: 6896
Lid geworden op: ma 14 jan 2008, 10:37
Contacteer:

Re: Jonathan Okita

Bericht door Henkiepenkie »

eniesee12 schreef:
ma 23 mei 2022, 16:55
Super-Simr schreef:
ma 23 mei 2022, 09:09
Okita altijd proberen te behouden. Moet je een speler van dat kaliber kopen ben je heel veel (meer) geld kwijt…
Geef hem een goed salaris en je hebt een basisspeler die vervolgens nog een leuke transferwaarde heeft.
Welk kaliber ? Er zijn betere vleugelaanvallers
:withstupid:

Gebruikersavatar
necnmgn
Berichten: 15012
Lid geworden op: za 15 dec 2007, 21:39
Contacteer:

Re: Jonathan Okita

Bericht door necnmgn »

Bernd schreef:
do 19 mei 2022, 14:00
hoMer schreef:
ma 16 mei 2022, 12:35
Misschien een beetje gek, maar nu onze promotieheld Okita vertrekt, vinden jullie het misschien mooi om de ode aan Okita die ik dit jaar in Hard Gras heb geschreven te lezen. Wat anderen er ook van vinden, hij is toch mijn held.

Het gaat ook heel erg over mezelf en over mijn sport tennis, maar het lijkt me toch mooi om te delen met de echte NEC-fans. Eigenlijk is dit niet de bedoeling, maar aangezien ik er niet vanuit ga dat mensen nu nog een Hard Gras van maart kopen, plaats ik het hier. Mocht je dit nou mooi vinden, overweeg dan ook eens een abonnement op hardgras, via www.hardgras.nl.

---
Het innerlijke spel van Jonathan Okita
Dat het thuispubliek fluit en scheldt, lijkt Jonathan Okita niet te deren. Tergend langzaam wandelt hij naar de zijlijn. Niets nieuws, zo’n treuzelwissel. Waarom haasten als de gewenste stand al op het bord staat? Maar dit is anders. Robert Mühren heeft tien minuten eerder Cambuur Leeuwarden via een penalty op voorsprong gezet en Okita speelt toch echt voor NEC.

Mijn liefde voor Jonathan Okita begon met een zelfhulpboek over tennis. Een tegenstander raadde het me aan. Ik startte sterk tegen ‘m, bijna achteloos sloeg ik de ballen waar ik ze wilde hebben, de eerste set was zo binnen. Daarna begon de ellende. Eerst waren het nog kleine foutjes: een bal ietsje naast de lijn of in het net, maar het werd van kwaad tot erger. Hoe harder ik mijn best deed geen fouten te maken, hoe groter de fouten werden. Op het einde van de wedstrijd vlogen ballen meters uit of onder in het net. De enige manier om binnen de lijnen te blijven was door de bal heel voorzichtig over het net te duwen. Totaal verkrampt verloor ik de beslissende set met 6-1.

Als ik een profvoetballer opzichtig zie falen, fantaseer ik wel ’s over de vraag of ik het beter had gedaan in zijn positie, maar meestal is er nog wel de realiteitszin om die vraag ontkennend te beantwoorden. Dit keer niet: op 31 januari 2020, in de wedstrijd tegen Cambuur, had NEC beter mij kunnen opstellen. Als Okita moet kaatsen, volgt een makkelijk te onderscheppen rollertje. Als hij wel een bal aan de voet houdt, loopt-ie er net zo lang mee in een willekeurige richting totdat een tegenstander bereid is ‘m van hem over te nemen, “voorzetten” verdwijnen linea recta over de achterlijn. Maar het ergste is de schijnbare desinteresse: het gesjok, het gebogen hoofd, duels verliest hij niet – was dat maar zo – hij ontwijkt ze. Alles wat hij doet lijkt slap. Fansite ForzaNEC beloont het optreden met het laagste cijfer ooit, een 2,5: ‘Als je er geen zin in hebt, blijf dan lekker thuis.’

‘Weet je wat jouw probleem is?’, vroeg mijn tegenstander na de wedstrijd, om meteen zelf het antwoord erachteraan te geven: ‘Je vertrouwt je eigen lichaam niet.’ Dat soort types heb je veel op tennisbanen, die denken dat de verliezer het leuk vindt om nog even met een biertje erbij het eigen falen na te beschouwen. ‘Dat klopt, en dat is volledig terecht!’, probeerde ik nog in de hoop het gesprek kort te houden. ‘Dat is helemaal niet terecht, je begon geweldig maar je verloor van jezelf.’ Ah ja, van jezelf verliezen, nog nooit eerder gehoord, thanks man! Dit was een man die op LinkedIn zonder ironie een plaatje deelt van een roedel wolven en hoe je daar als bedrijf van kunt leren, het allerergste soort man. ‘Nou, als ik van mezelf heb verloren, heb ik in elk geval van iemand gewonnen!’, was mijn laatste poging tot afkappen, maar hij was onverbiddelijk: ‘Nee, je hebt van niemand gewonnen, je hebt echt alleen van jezelf verloren. Ik heb dit ook zo vaak meegemaakt, maar dankzij een boek dat ik heb gelezen gaat het nu veel beter. Wat is je e-mail?’ Ik gaf mijn e-mailadres, hij pakte zijn telefoon en nog geen minuut later zat er een ebook in mijn inbox: The Inner Game of Tennis, van Timothy Gallwey, uit 1974. Het beste sportboek dat ik ooit heb gelezen.

The Inner Game leerde me dat er twee manieren zijn om je lichaam te besturen. Bewust en onbewust. Dat geldt voor tennis, maar ook voor dansen, seks, autoracen, en natuurlijk voor voetbal. Wie bewust een hoge bal aanneemt, denkt na over met welk lichaamsdeel hij de bal gaat stoppen en als het de rechtervoet wordt, waar hij zijn linkerbeen dan neerzet, hoe hij de vaart uit de bal gaat halen en welke kant van de voet hij daarvoor het meest geschikt vindt. Een onbewuste beweger kijkt naar hoe de bal komt aanvliegen en neemt ‘m aan. Hoe hij het doet weet-ie niet, hij doet gewoon. In het algemeen heb je meer succes met die onbewuste methode. Niet te veel nadenken over hoe je beweegt en vertrouwen op je lichaam. Je hebt al zo vaak tegen een bal geslagen, je hebt al zo vaak een hoge bal aangenomen, waarom zou je je lichaam nog allerlei instructies meegeven? Het heeft eigenlijk iets arrogants. De hele dag wandel je overal heen zonder ook maar één keer na te denken over hoe je dat eigenlijk doet. Maar op het moment suprême, als de bal jouw richting opkomt, ga jij je spieren met jarenlange ervaring vertellen wat ze moeten doen?

Onbewuste bewegers hebben doorgaans een ontspannen gezicht, je lichaam weet immers best dat je geen wangspieren nodig hebt om tegen aan bal te slaan of te schoppen. Die ontspannenheid wordt nog wel eens verward met nonchalance maar zolang het goed gaat, oogt het aantrekkelijk. Messi die in Camp Nou achteloos de bal over de keeper heen stift, Federer die op het centre court van Wimbledon haast verveeld een volley weglegt, Harry Mens in Businessclass die schijnbaar onbewogen het zoveelste topinterview afneemt. Jaloersmakend. En zolang het resultaat goed is, hoor je niemand klagen. Dan is het iemand ‘in the zone’, die ‘ijzig kalm blijft’. Pas als het misgaat komt de kritiek: hij is er ‘met z’n kop niet bij’, hij ‘doet zijn best niet’, hij heeft niet ‘de pure wil om te winnen’.

Tijdens de bewuste tenniswedstrijd hoorde je mij in de eerste set niet klagen, pas toen er kleine fouten in mijn spel slopen begon het gezeik. De resultaten van het spel van mijn onbewuste zelf vielen even een beetje tegen en hóp, mijn bewuste zelf nam het weer over. Mijn eigen lichaam ging niet bepaald goed om met die motie van wantrouwen en dat liet ik het weten ook. ‘Jezus, fucking hel, wat kan je wél?!’ Ik ging houteriger bewegen en hoe meer instructies ik aan mijn spieren gaf, hoe erger het werd. Zeker als een wedstrijd spannender wordt, is het extreem moeilijk om te blijven vertrouwen in je eigen kunnen wanneer de resultaten uitblijven. Om niet heel bewust harder je best te gaan doen, maar te blijven geloven in die spieren die je al zo lang van hot naar her brengen. De angst om te verliezen of de wil om te winnen werkt dan verlammend.

Voordat ik dat boek kreeg, is het me nooit geluk om de negatieve spiraal van frustratie over het eigen falen, harder je best doen en als gevolg daarvan nog harder falen om te keren. En met nooit bedoel ik letterlijk nul keer. Maar het boek staat vol met trucs waarmee ik mijn onbewuste zelf weer aan het werk kan zetten. Probeer bijvoorbeeld het merkje op de bal die op je afkomt te lezen, als je hoofd dat probeert heeft het geen tijd om instructies te geven, en naar de bal kijken moest je toch al doen. En stop met jezelf veroordelen: zeg na een punt niet ‘wat een klotebal, lul’, maar vraag je af waarom die bal in het net kwam en hoe je dat de volgende keer beter zou kunnen doen. Dat doe je natuurlijk wel bewust: je maakt een plan om betere resultaten te halen, maar daarna laat je het aan je onbewuste zelf over om dat uit te voeren. Je lijf heeft er niets aan als het bestraffend wordt toegesproken.

En dan had ik als amateurtennisser alleen last van mijn eigen kritiek, stel je eens voor dat je Jonathan Okita bent en er helemaal niets lukt. Deze week niet, vorige week niet en als de voortekenen niet bedriegen volgende week ook niet. Hoe blijf je dan nog geloven in je eigen lijf? Daar komt bij dat voetbal een sport is waarbij aanvallend per definitie heel veel niet lukt. Zelfs na anderhalf uur voetballen is het vaak nog 0-0. Een doelpunt maken is krankzinnig moeilijk, zeker als tien geïrriteerde teamgenoten en duizenden supporters ¬– omdat NEC al jaren kut speelt, zijn het er gelukkig ook weer niet zóveel – je van alles toeschreeuwen. De mensen willen aantoonbare inzet zien: opgestroopte mouwen, een forse tackle, een opzwepend gebaar naar de eigen tribune of desnoods een felle discussie met de scheidsrechter. Iets waarmee je laat zien dat je er zelf ook van baalt, dat je wel degelijk wil winnen. Een supportershand is snel gevuld, geef ze iéts. Maar Okita geeft helemaal niets. Dus het oordeel is geveld: hij is er met z’n kop niet bij, heeft niet de wil om te winnen.

In de 66e minuut wordt Okita uit z’n lijden verlost door publiekslieveling Randy Wolters, die onmiddellijk driftig een corner versiert en het publiek opzweept. Ik vind het afschuwelijk, het contrast met zo’n Wolters, die er prat op gaat dat hij bij elke club waar hij komt goed ligt bij de supporters, die zich laat fêteren in het supportershome door een biertje te drinken met de harde kern, die de helft van de tijd na de wedstrijd ook het uitvak uitgebreid bedankt omdat hij bij hun club ook nog een tijdje de demagoog heeft uitgehangen. Zo’n reserve-Dirk Kuyt die zonder ironie stelt dat hij zich als gewone jongen altijd thuis heeft gevoeld bij ‘echte volksclubs’. Zo’n jongen die ‘misschien niet altijd goed speelt, maar altijd laat zien dat hij er álles aan doet om te winnen.’

Okita zou nooit prat gaan op het feit dat hij ‘een gewone jongen is’, hoewel hij volgens het ‘started from the bottom now we’re here’-principe van Drake toch meer recht van spreken heeft dan een Kuyt of Wolters. Hij werd geboren in Köln, als zoon van Congolese ouders. Hij was vijf toen het gezin naar de banlieus van Parijs vertrok, omdat zijn vader daar werk vond. Hij zag de armoede, drugs en criminaliteit, maar naar eigen zeggen werd hij niet verleid: ‘In de hele wereld wordt in drugs gehandeld. Ik zag het rond me gebeuren, maar ik was jong. Ik heb een heel rustig karakter. […]. Mijn ouders hebben me goed opgevoed. Ik weet wat goed en fout is.’ Als Okita al met pers praat, spreekt hij Engels en nooit een woord te veel.

Na tien jaar in Frankrijk, verhuisde de familie Okita naar Brussel, op zijn zestiende debuteerde hij als prof in de Belgische Tweede klasse bij AFC Tubize, zijn debuut op het hoogste niveau volgde bij Standard Luik, na twee potjes in het eerste volgden vruchteloze huurperiodes bij KV Roeselare en Union Sint Gillis. Zonder een doelpunt gemaakt te hebben op welk Belgisch niveau dan ook, vertrok hij op z’n twintigste transfervrij naar Maastricht. Bij MVV maakte hij indruk, hij scoorde negentien keer en verdiende een transfer naar NEC.

Na een keurig eerste seizoen met vijftien doelpunten en dertien assists komt de klad erin, met als dieptepunt die thuiswedstrijd tegen Cambuur Leeuwarden. Ondanks de nadrukkelijk getoonde inzet van Randy Wolters verliest NEC met 0-2, door nog een goal van Mühren. Niet veel later maakt corona abrupt een einde aan het seizoen. NEC eindigt achtste, Wolters vertrekt naar Griekenland, waar hij ongetwijfeld goed ligt bij de supporters. Zijn hoogtepunt volgt in 2021, wanneer hij zwemmend te zien is in de videoclip van ‘Ik ga zwemmen’ (in Bacardi Lemon) van Mart Hoogkamer. Okita blijft steken op zes doelpunten. In de zomer probeert de club hem te verkopen, zelf geeft hij aan ook het liefst te vertrekken, maar niemand wil ‘m hebben.

En dus begint NEC aan alweer het derde jaar in de Keuken Kampioen Divisie met Okita in de aanval. Zijn speelstijl en instelling veranderen niet. Een typisch moment van Okita uit vorm: hij krijgt een bal ingespeeld met zijn rug naar de goal, zet zijn lichaam niet echt tussen de bal en de verdediger, lijkt de bal te verliezen maar duwt ‘m behendig over de voet van de tegenstander, hij kan de vrije man op het middenveld makkelijk inspelen maar kiest voor een ingewikkeld een-tweetje met zijn collegaspits, passt te zacht, is de bal kwijt en probeert nog geen minuut later precies hetzelfde nog een keer, tevergeefs.

De Okita van MVV en het eerste seizoen van NEC lijkt verdwenen. De nonchalance is er nog, de resultaten al lang niet meer. En eigenlijk is dat niet zo gek. Okita is namelijk helemaal niet zo’n goede voetballer. Ik heb een bevriende scout gevraagd om zijn rapport van Okita en het oordeel is niet mals. Wat valt onder het kopje ‘techniek’ is in elk geval niet eredivisiewaardig: een bal aannemen, met de bal aan de voet een directe tegenstander passeren en eigenlijk alles wat hij doet in de kleine ruimte is ondermaats. Dat wil niet zeggen dat hij het niet kan, maar wel dat het vaker misgaat dan bij anderen. In de open ruimte, dus op de counter is het nog wel aardig, maar NEC speelt in de Keuken Kampioen Divisie, waar tegenstanders slim genoeg zijn om die ruimte niet te geven. Of ze zijn simpelweg te slecht om van de eigen helft af te komen.

Toch blijf ik hopen op een opleving van Okita. Hij is niet bepaald de enige die in een vormcrisis zit, maar een hoop andere spelers heb ik überhaupt nog nooit iets bijzonders zien doen in een NEC-shirt. Van Okita weet ik dat hij het kan, ik heb het zelf gezien. Een typische actie van een Okita in vorm: hij begint te sprinten, niemand houdt ‘m bij, maar hij krijgt de bal achter zich gespeeld waardoor al het tempo uit de aanval is, hij houdt noodgedwongen in en zijn tegenstander haalt hem bij, maar met de bal aan de voet drijft hij de verdediger naar achteren, hij lijkt de bal te ver voor zich uit te spelen, de verdediger hapt, Okita passeert met een rechtse sleep, waardoor de bal voor zijn mindere linkervoet belandt, die hoek is niet makkelijk, maar met links schuift hij de bal laag in de lange hoek. Zijn acties zijn opportunistisch, het is hopen op een wonder en als dat wonder uitblijft vraag je je af waarom hij het in hemelsnaam in zijn hoofd haalde erin te geloven.

Als het dan eens wel lukt en hij na de wedstrijd een compliment van een journalist krijgt, reageert Okita uiterlijk onbewogen dat hij ‘happy’ is met de ‘three points’ en ‘happy’ dat hij het team heeft kunnen helpen: ‘I just do my thing you know.’

‘I just do my thing’, met dat citaat kun je Okita het best samenvatten. Maar dat ding dat hij doet, lukt al tijden niet meer. Het zit erin, maar het komt er niet uit. En dat is voor veel supporters erger dan een speler bij wie het er sowieso niet in zit. Hij krijgt op sociale media de volle laag: hij is een broodvoetballer, zit met zijn hoofd al lang bij een andere club, dat hij nog steeds zijn interviews in het Engels geeft, zegt genoeg over zijn binding met de club, en je kunt toch aan zijn spel zien dat het ‘m allemaal geen reet interesseert? Ik heb wat teamgenoten gevraagd of ze het eens zijn met die kritiek. Ze omschrijven Okita als een lieve, rustige jongen, maar niet als iemand die zijn best doet de vooroordelen over hem weg te nemen: ‘Waar ik wel een beetje jaloers op was, is dat het leek alsof het hem allemaal niet kon schelen’, zegt een oud-teamgenoot die inmiddels in het buitenland voetbalt. ‘Hij kwam altijd als laatste op de club bij het ontbijt, soms een paar minuten te laat. In het veld leek hij ook schijt te hebben, dat bedoel ik positief. Hij deed altijd z’n ding en als twee acties mislukte, maakt hij de derde keer weer een actie, ondanks dat jongens hem coachten of ondanks dat het publiek zat te nuilen.’

Dat nuilen, het gecultiveerde Nijmeegse zeuren op alles, bereikt Okita dat seizoen wel degelijk. Er komt naar buiten dat hij kampt met mentale problemen, een depressie wordt zelfs beweerd. ‘Ik had het gevoel dat alles misging’, zegt hij daar later over. ‘Voor het eerst in mijn carrière. Ik ben ook niet goed met de situatie omgegaan. Ik bekeek alles negatief’. Een andere omgeving zou hem goed doen, is de consensus in Nijmegen. Het liefst in Frankrijk, waar hij zich thuis voelt, en het liefst nog in de winterstop. Zo’n tobber in de selectie kunnen we niet gebruiken, we moeten promoveren, alle neuzen dezelfde kant op alstublieft.

Maar omdat andere clubs ook niet direct een versterking zien in een niet-scorende, aanvaller met motivatieproblemen, blijft Okita ook de tweede helft van het seizoen bij NEC, waar hij steeds vaker genoegen moet nemen met invalbeurten. Met het aanvalsduo Rangelo Janga en Elayis Tavsan bereikt NEC als zevende van de ranglijst ternauwernood de play-offs om promotie naar de eredivisie, waar geen rol weggelegd lijkt voor Okita. Maar in de eerste wedstrijd, uit tegen Almere, staat hij toch weer in de basis. Tavsan is geblesseerd afgehaakt en er is geen alternatief. Niet dat het supporters veel uitmaakt; of ze nou met Tavsan of Okita spelen, het vertrouwen in promotie is er sowieso niet.

Toch begint NEC uitstekend. Trainer Rogier Meijer heeft besloten in de play-offs met een extra verdediger te spelen en te leunen op de counter. Je speelt toch tegen de betere ploegen uit de competitie. Zijn aanpak heeft succes: Almere wordt verslagen en Okita scoort zowaar twee keer, in de complete competitie voorafgaand aan de play-offs maakte hij er maar vier. De 0-1 komt voort uit een lange bal die niet goed verwerkt wordt door een verdediger, Okita pikt ‘m op, kopt zichzelf al rennend richting het doel, passeert nog een verdediger en schuift de bal linksonder in het doel. De tweede goal is een makkie: door een fout van de keeper krijgt hij de bal voor zijn voeten, hij hoeft hem alleen maar in het lege doel te schuiven: 0-4. Daarna wint NEC thuis met 3-0 van Roda. Okita maakt de laatste treffer, wederom door alerter te zijn op een doorgekopte lange bal. Na vier jaar malaise is NEC tegen alle verwachtingen in nog maar één wedstrijd verwijderd van eredivisievoetbal.

Iedereen die een sport beoefent, herkent het: het moment dat je even buiten jezelf lijkt te treden en iets doet wat je zelf ook niet voor mogelijk had gehouden. Ik ben een tennisser met een matige motoriek en aangeboren concentratieproblemen, elke wedstrijd is een confrontatie met mijn tekortkomingen, maar soms slaat iemand een lob over me heen, ren ik er achteraan en sla ik ‘m zomaar opeens zonder te kijken achterstevoren langs mijn rug, strak langs de lijn. Maar het lastige is: alleen als ik het lef hebt onbewust te blijven bewegen, kan ik zo’n wonder laten gebeuren. Omdat ik zo’n bal altijd sla op het moment dat ik onbewust beweeg, kan ik het achteraf zelf ook niet helemaal geloven. Het is altijd alsof iemand anders die bal sloeg. The Inner Game leerde me dat ik dat wel degelijk zelf ben. Ik zal nooit proftennisser worden of zelfs ook maar clubkampioen, maar soms laat ik het wonder gebeuren, en als het gebeurt ben ik even ultiem gelukkig. Ik wou dat iemand eens zo’n bal filmde, ik zou het eindeloos terugkijken.

Ik heb me bij Okita wel eens afgevraagd of hij weet van al die theorie over bewust en onbewust bewegen. Zijn stoïcijnse houding lijkt me aangeboren, maar hoe summier ook: ‘gewoon je ding blijven doen’ is in feite precies waar dat hele boek om draait. Gewoon mijn ding blijven doen is geen talent van me. Als kind werd mij verteld dat ik ‘een goed stel hersens’ had, maar ook dat mijn motoriek slecht was. Ik deed mee aan de selectiedagen voor een tennisschool, maar al bij het warmlopen struikelde ik tijdens de kruispas over mijn eigen benen, met een forse schaafwond op mijn knie tot gevolg. De rest van het uur was voor spek en bonen. Mijn jongere broer daarentegen barstte van het talent, bewonderend keek ik toe hoe hij kampioen van Gelderland werd. Dat was voor mij niet weggelegd en daar had ik vrede mee. Wel ben ik altijd blijven spelen, elke wedstrijd keihard werkend, als een tennissende Randy Wolters, scheldend op mijn eigen lichaam, maar toch ook stiekem hopend dat het allemaal een keer mijn kant op zou vallen.

En ik ben altijd naar NEC blijven kijken. Balend, soms scheldend, maar ik kan het de matig presterende voetballers nooit echt kwalijk nemen. Ik weet hoe ze zich voelen, ook al zie je het er niet altijd aan af, ze doen hun best, dat weet ik zeker. Maar god, wat zou ik het leuk vinden als NEC weer in de eredivisie mag spelen, in een vol stadion, met de analisten zo mooi langs het veld, dat NEC er weer toe doet, al was het maar als kanonnenvoer voor Ajax. En om dat te bereiken, moeten ze in Breda winnen van NAC, dat zichzelf luidkeels heeft gebombardeerd tot favoriet voor promotie. Toch komt een aardig spelend NEC via een kopbal van Cas Odenthal op voorsprong. Maar dan komt de klad erin. Ze leunen te veel naar achter, bang om de voorsprong te verliezen, bang om de beslissende fout te maken. NEC speelt verkrampt, er wordt gescholden. Okita komt nauwelijks in het stuk voor. Natuurlijk gaat het mis, via de verse invaller Sydney van Hooijdonk weet NAC in de zeventigste minuut gelijk te maken. Er zijn door corona maar weinig supporters bij, uitfans zijn er sowieso niet, maar de NAC-fans maken geluid alsof het stadion stijf is uitverkocht. Mede omdat ze bij NAC ook verkrampt lijken door de spanning, houdt NEC in het restant van de wedstrijd stand. In de 89ste minuut staat de 1-1 nog steeds op het scorebord.

Een ingooi van Souffian El-Karouani naar Rangelo Janga, met een man in de rug controleert hij de bal en schuift hem terug naar zijn linksback die de bal niet aanneemt, maar meteen uitdraaiend halfhoog voorzet. Acht spelers van NAC staan in de eigen zestien, Okita staat ertussen. Lijkt hij er alles aan te doen om de voorzet te promoveren tot doelpunt? Wil hij die bal door de touwen jagen? Daar lijkt het niet op. Hij gaat het duel met zijn verdediger niet aan, maar maakt wel een split-step op het moment van de pass. Dat leerde ik met tennis vroeger ook: vlak voordat je tegenstander de bal slaat, maak je een klein sprongetje, op het moment dat je neerkomt ben je al in beweging en kun je dus beter te reageren op wat komen gaat. Je moet dat gewoon heel vaak doen zodat het een automatisme wordt en je het onbewust altijd doet. Als mijn bewuste zelf weer eens de leiding neemt en ik dus verkrampt begin te tennissen, is de split-step het eerste slachtoffer.

Na zijn split-step wurmt Okita zijn rechtervoet voor zijn verdediger, die zich druk maakt om allerlei zaken, maar geen idee heeft waar de bal zich op dat moment bevindt. Terwijl Okita naar achter leunt, maakt hij met de buitenkant van de voet contact met de bal, hij zet geen kracht, maakt gebruik van de vaart van de bal, die zo verandert van richting, naar de rechterkruising, in de geel-zwarte doelnetten. Ik heb nog nooit zo hard gejuicht.

Natuurlijk is de vreugde na het mooiste doelpunt uit zijn carrière even groot, maar tien minuten later praat Okita voor de camera weer gewoon alsof er een telefonische enquête bij hem wordt afgenomen. Tijdens het interview springt de euforische El Karouani hem om de nek, alle frustratie over het kloteseizoen komt er bij hem uit, ‘WE KOMEN ERAAN’. Okita glimlacht. ‘I Just touch the ball, now everything is good.’ Ook tijdens de huldiging, die nog diezelfde avond plaatsvindt, blijft hij rustig, op de achtergrond. Zijn medespelers maken het feest.

Maar ’s nachts, als Okita thuis is, pakt hij zijn telefoon. Hij zoekt de samenvatting van de wedstrijd en kijkt zijn eigen goal terug. En nog een keer. En nog een keer. En nog een keer. Naar eigen zeggen zeker honderd keer.

Hij was het echt zelf. Hij heeft het wonder laten gebeuren.
Wat een geweldig stuk. Goede pen, humor en emotie. Complimenten!
Inderdaad zeg, heerlijk stuk!

Gebruikersavatar
harold
Berichten: 12240
Lid geworden op: zo 03 jun 2007, 18:31
Locatie: Druten
Contacteer:

Re: Jonathan Okita

Bericht door harold »

hoMer schreef:
ma 16 mei 2022, 12:35
Misschien een beetje gek, maar nu onze promotieheld Okita vertrekt, vinden jullie het misschien mooi om de ode aan Okita die ik dit jaar in Hard Gras heb geschreven te lezen. Wat anderen er ook van vinden, hij is toch mijn held.

Het gaat ook heel erg over mezelf en over mijn sport tennis, maar het lijkt me toch mooi om te delen met de echte NEC-fans. Eigenlijk is dit niet de bedoeling, maar aangezien ik er niet vanuit ga dat mensen nu nog een Hard Gras van maart kopen, plaats ik het hier. Mocht je dit nou mooi vinden, overweeg dan ook eens een abonnement op hardgras, via www.hardgras.nl.

---
Het innerlijke spel van Jonathan Okita
Dat het thuispubliek fluit en scheldt, lijkt Jonathan Okita niet te deren. Tergend langzaam wandelt hij naar de zijlijn. Niets nieuws, zo’n treuzelwissel. Waarom haasten als de gewenste stand al op het bord staat? Maar dit is anders. Robert Mühren heeft tien minuten eerder Cambuur Leeuwarden via een penalty op voorsprong gezet en Okita speelt toch echt voor NEC.

Mijn liefde voor Jonathan Okita begon met een zelfhulpboek over tennis. Een tegenstander raadde het me aan. Ik startte sterk tegen ‘m, bijna achteloos sloeg ik de ballen waar ik ze wilde hebben, de eerste set was zo binnen. Daarna begon de ellende. Eerst waren het nog kleine foutjes: een bal ietsje naast de lijn of in het net, maar het werd van kwaad tot erger. Hoe harder ik mijn best deed geen fouten te maken, hoe groter de fouten werden. Op het einde van de wedstrijd vlogen ballen meters uit of onder in het net. De enige manier om binnen de lijnen te blijven was door de bal heel voorzichtig over het net te duwen. Totaal verkrampt verloor ik de beslissende set met 6-1.

Als ik een profvoetballer opzichtig zie falen, fantaseer ik wel ’s over de vraag of ik het beter had gedaan in zijn positie, maar meestal is er nog wel de realiteitszin om die vraag ontkennend te beantwoorden. Dit keer niet: op 31 januari 2020, in de wedstrijd tegen Cambuur, had NEC beter mij kunnen opstellen. Als Okita moet kaatsen, volgt een makkelijk te onderscheppen rollertje. Als hij wel een bal aan de voet houdt, loopt-ie er net zo lang mee in een willekeurige richting totdat een tegenstander bereid is ‘m van hem over te nemen, “voorzetten” verdwijnen linea recta over de achterlijn. Maar het ergste is de schijnbare desinteresse: het gesjok, het gebogen hoofd, duels verliest hij niet – was dat maar zo – hij ontwijkt ze. Alles wat hij doet lijkt slap. Fansite ForzaNEC beloont het optreden met het laagste cijfer ooit, een 2,5: ‘Als je er geen zin in hebt, blijf dan lekker thuis.’

‘Weet je wat jouw probleem is?’, vroeg mijn tegenstander na de wedstrijd, om meteen zelf het antwoord erachteraan te geven: ‘Je vertrouwt je eigen lichaam niet.’ Dat soort types heb je veel op tennisbanen, die denken dat de verliezer het leuk vindt om nog even met een biertje erbij het eigen falen na te beschouwen. ‘Dat klopt, en dat is volledig terecht!’, probeerde ik nog in de hoop het gesprek kort te houden. ‘Dat is helemaal niet terecht, je begon geweldig maar je verloor van jezelf.’ Ah ja, van jezelf verliezen, nog nooit eerder gehoord, thanks man! Dit was een man die op LinkedIn zonder ironie een plaatje deelt van een roedel wolven en hoe je daar als bedrijf van kunt leren, het allerergste soort man. ‘Nou, als ik van mezelf heb verloren, heb ik in elk geval van iemand gewonnen!’, was mijn laatste poging tot afkappen, maar hij was onverbiddelijk: ‘Nee, je hebt van niemand gewonnen, je hebt echt alleen van jezelf verloren. Ik heb dit ook zo vaak meegemaakt, maar dankzij een boek dat ik heb gelezen gaat het nu veel beter. Wat is je e-mail?’ Ik gaf mijn e-mailadres, hij pakte zijn telefoon en nog geen minuut later zat er een ebook in mijn inbox: The Inner Game of Tennis, van Timothy Gallwey, uit 1974. Het beste sportboek dat ik ooit heb gelezen.

The Inner Game leerde me dat er twee manieren zijn om je lichaam te besturen. Bewust en onbewust. Dat geldt voor tennis, maar ook voor dansen, seks, autoracen, en natuurlijk voor voetbal. Wie bewust een hoge bal aanneemt, denkt na over met welk lichaamsdeel hij de bal gaat stoppen en als het de rechtervoet wordt, waar hij zijn linkerbeen dan neerzet, hoe hij de vaart uit de bal gaat halen en welke kant van de voet hij daarvoor het meest geschikt vindt. Een onbewuste beweger kijkt naar hoe de bal komt aanvliegen en neemt ‘m aan. Hoe hij het doet weet-ie niet, hij doet gewoon. In het algemeen heb je meer succes met die onbewuste methode. Niet te veel nadenken over hoe je beweegt en vertrouwen op je lichaam. Je hebt al zo vaak tegen een bal geslagen, je hebt al zo vaak een hoge bal aangenomen, waarom zou je je lichaam nog allerlei instructies meegeven? Het heeft eigenlijk iets arrogants. De hele dag wandel je overal heen zonder ook maar één keer na te denken over hoe je dat eigenlijk doet. Maar op het moment suprême, als de bal jouw richting opkomt, ga jij je spieren met jarenlange ervaring vertellen wat ze moeten doen?

Onbewuste bewegers hebben doorgaans een ontspannen gezicht, je lichaam weet immers best dat je geen wangspieren nodig hebt om tegen aan bal te slaan of te schoppen. Die ontspannenheid wordt nog wel eens verward met nonchalance maar zolang het goed gaat, oogt het aantrekkelijk. Messi die in Camp Nou achteloos de bal over de keeper heen stift, Federer die op het centre court van Wimbledon haast verveeld een volley weglegt, Harry Mens in Businessclass die schijnbaar onbewogen het zoveelste topinterview afneemt. Jaloersmakend. En zolang het resultaat goed is, hoor je niemand klagen. Dan is het iemand ‘in the zone’, die ‘ijzig kalm blijft’. Pas als het misgaat komt de kritiek: hij is er ‘met z’n kop niet bij’, hij ‘doet zijn best niet’, hij heeft niet ‘de pure wil om te winnen’.

Tijdens de bewuste tenniswedstrijd hoorde je mij in de eerste set niet klagen, pas toen er kleine fouten in mijn spel slopen begon het gezeik. De resultaten van het spel van mijn onbewuste zelf vielen even een beetje tegen en hóp, mijn bewuste zelf nam het weer over. Mijn eigen lichaam ging niet bepaald goed om met die motie van wantrouwen en dat liet ik het weten ook. ‘Jezus, fucking hel, wat kan je wél?!’ Ik ging houteriger bewegen en hoe meer instructies ik aan mijn spieren gaf, hoe erger het werd. Zeker als een wedstrijd spannender wordt, is het extreem moeilijk om te blijven vertrouwen in je eigen kunnen wanneer de resultaten uitblijven. Om niet heel bewust harder je best te gaan doen, maar te blijven geloven in die spieren die je al zo lang van hot naar her brengen. De angst om te verliezen of de wil om te winnen werkt dan verlammend.

Voordat ik dat boek kreeg, is het me nooit geluk om de negatieve spiraal van frustratie over het eigen falen, harder je best doen en als gevolg daarvan nog harder falen om te keren. En met nooit bedoel ik letterlijk nul keer. Maar het boek staat vol met trucs waarmee ik mijn onbewuste zelf weer aan het werk kan zetten. Probeer bijvoorbeeld het merkje op de bal die op je afkomt te lezen, als je hoofd dat probeert heeft het geen tijd om instructies te geven, en naar de bal kijken moest je toch al doen. En stop met jezelf veroordelen: zeg na een punt niet ‘wat een klotebal, lul’, maar vraag je af waarom die bal in het net kwam en hoe je dat de volgende keer beter zou kunnen doen. Dat doe je natuurlijk wel bewust: je maakt een plan om betere resultaten te halen, maar daarna laat je het aan je onbewuste zelf over om dat uit te voeren. Je lijf heeft er niets aan als het bestraffend wordt toegesproken.

En dan had ik als amateurtennisser alleen last van mijn eigen kritiek, stel je eens voor dat je Jonathan Okita bent en er helemaal niets lukt. Deze week niet, vorige week niet en als de voortekenen niet bedriegen volgende week ook niet. Hoe blijf je dan nog geloven in je eigen lijf? Daar komt bij dat voetbal een sport is waarbij aanvallend per definitie heel veel niet lukt. Zelfs na anderhalf uur voetballen is het vaak nog 0-0. Een doelpunt maken is krankzinnig moeilijk, zeker als tien geïrriteerde teamgenoten en duizenden supporters ¬– omdat NEC al jaren kut speelt, zijn het er gelukkig ook weer niet zóveel – je van alles toeschreeuwen. De mensen willen aantoonbare inzet zien: opgestroopte mouwen, een forse tackle, een opzwepend gebaar naar de eigen tribune of desnoods een felle discussie met de scheidsrechter. Iets waarmee je laat zien dat je er zelf ook van baalt, dat je wel degelijk wil winnen. Een supportershand is snel gevuld, geef ze iéts. Maar Okita geeft helemaal niets. Dus het oordeel is geveld: hij is er met z’n kop niet bij, heeft niet de wil om te winnen.

In de 66e minuut wordt Okita uit z’n lijden verlost door publiekslieveling Randy Wolters, die onmiddellijk driftig een corner versiert en het publiek opzweept. Ik vind het afschuwelijk, het contrast met zo’n Wolters, die er prat op gaat dat hij bij elke club waar hij komt goed ligt bij de supporters, die zich laat fêteren in het supportershome door een biertje te drinken met de harde kern, die de helft van de tijd na de wedstrijd ook het uitvak uitgebreid bedankt omdat hij bij hun club ook nog een tijdje de demagoog heeft uitgehangen. Zo’n reserve-Dirk Kuyt die zonder ironie stelt dat hij zich als gewone jongen altijd thuis heeft gevoeld bij ‘echte volksclubs’. Zo’n jongen die ‘misschien niet altijd goed speelt, maar altijd laat zien dat hij er álles aan doet om te winnen.’

Okita zou nooit prat gaan op het feit dat hij ‘een gewone jongen is’, hoewel hij volgens het ‘started from the bottom now we’re here’-principe van Drake toch meer recht van spreken heeft dan een Kuyt of Wolters. Hij werd geboren in Köln, als zoon van Congolese ouders. Hij was vijf toen het gezin naar de banlieus van Parijs vertrok, omdat zijn vader daar werk vond. Hij zag de armoede, drugs en criminaliteit, maar naar eigen zeggen werd hij niet verleid: ‘In de hele wereld wordt in drugs gehandeld. Ik zag het rond me gebeuren, maar ik was jong. Ik heb een heel rustig karakter. […]. Mijn ouders hebben me goed opgevoed. Ik weet wat goed en fout is.’ Als Okita al met pers praat, spreekt hij Engels en nooit een woord te veel.

Na tien jaar in Frankrijk, verhuisde de familie Okita naar Brussel, op zijn zestiende debuteerde hij als prof in de Belgische Tweede klasse bij AFC Tubize, zijn debuut op het hoogste niveau volgde bij Standard Luik, na twee potjes in het eerste volgden vruchteloze huurperiodes bij KV Roeselare en Union Sint Gillis. Zonder een doelpunt gemaakt te hebben op welk Belgisch niveau dan ook, vertrok hij op z’n twintigste transfervrij naar Maastricht. Bij MVV maakte hij indruk, hij scoorde negentien keer en verdiende een transfer naar NEC.

Na een keurig eerste seizoen met vijftien doelpunten en dertien assists komt de klad erin, met als dieptepunt die thuiswedstrijd tegen Cambuur Leeuwarden. Ondanks de nadrukkelijk getoonde inzet van Randy Wolters verliest NEC met 0-2, door nog een goal van Mühren. Niet veel later maakt corona abrupt een einde aan het seizoen. NEC eindigt achtste, Wolters vertrekt naar Griekenland, waar hij ongetwijfeld goed ligt bij de supporters. Zijn hoogtepunt volgt in 2021, wanneer hij zwemmend te zien is in de videoclip van ‘Ik ga zwemmen’ (in Bacardi Lemon) van Mart Hoogkamer. Okita blijft steken op zes doelpunten. In de zomer probeert de club hem te verkopen, zelf geeft hij aan ook het liefst te vertrekken, maar niemand wil ‘m hebben.

En dus begint NEC aan alweer het derde jaar in de Keuken Kampioen Divisie met Okita in de aanval. Zijn speelstijl en instelling veranderen niet. Een typisch moment van Okita uit vorm: hij krijgt een bal ingespeeld met zijn rug naar de goal, zet zijn lichaam niet echt tussen de bal en de verdediger, lijkt de bal te verliezen maar duwt ‘m behendig over de voet van de tegenstander, hij kan de vrije man op het middenveld makkelijk inspelen maar kiest voor een ingewikkeld een-tweetje met zijn collegaspits, passt te zacht, is de bal kwijt en probeert nog geen minuut later precies hetzelfde nog een keer, tevergeefs.

De Okita van MVV en het eerste seizoen van NEC lijkt verdwenen. De nonchalance is er nog, de resultaten al lang niet meer. En eigenlijk is dat niet zo gek. Okita is namelijk helemaal niet zo’n goede voetballer. Ik heb een bevriende scout gevraagd om zijn rapport van Okita en het oordeel is niet mals. Wat valt onder het kopje ‘techniek’ is in elk geval niet eredivisiewaardig: een bal aannemen, met de bal aan de voet een directe tegenstander passeren en eigenlijk alles wat hij doet in de kleine ruimte is ondermaats. Dat wil niet zeggen dat hij het niet kan, maar wel dat het vaker misgaat dan bij anderen. In de open ruimte, dus op de counter is het nog wel aardig, maar NEC speelt in de Keuken Kampioen Divisie, waar tegenstanders slim genoeg zijn om die ruimte niet te geven. Of ze zijn simpelweg te slecht om van de eigen helft af te komen.

Toch blijf ik hopen op een opleving van Okita. Hij is niet bepaald de enige die in een vormcrisis zit, maar een hoop andere spelers heb ik überhaupt nog nooit iets bijzonders zien doen in een NEC-shirt. Van Okita weet ik dat hij het kan, ik heb het zelf gezien. Een typische actie van een Okita in vorm: hij begint te sprinten, niemand houdt ‘m bij, maar hij krijgt de bal achter zich gespeeld waardoor al het tempo uit de aanval is, hij houdt noodgedwongen in en zijn tegenstander haalt hem bij, maar met de bal aan de voet drijft hij de verdediger naar achteren, hij lijkt de bal te ver voor zich uit te spelen, de verdediger hapt, Okita passeert met een rechtse sleep, waardoor de bal voor zijn mindere linkervoet belandt, die hoek is niet makkelijk, maar met links schuift hij de bal laag in de lange hoek. Zijn acties zijn opportunistisch, het is hopen op een wonder en als dat wonder uitblijft vraag je je af waarom hij het in hemelsnaam in zijn hoofd haalde erin te geloven.

Als het dan eens wel lukt en hij na de wedstrijd een compliment van een journalist krijgt, reageert Okita uiterlijk onbewogen dat hij ‘happy’ is met de ‘three points’ en ‘happy’ dat hij het team heeft kunnen helpen: ‘I just do my thing you know.’

‘I just do my thing’, met dat citaat kun je Okita het best samenvatten. Maar dat ding dat hij doet, lukt al tijden niet meer. Het zit erin, maar het komt er niet uit. En dat is voor veel supporters erger dan een speler bij wie het er sowieso niet in zit. Hij krijgt op sociale media de volle laag: hij is een broodvoetballer, zit met zijn hoofd al lang bij een andere club, dat hij nog steeds zijn interviews in het Engels geeft, zegt genoeg over zijn binding met de club, en je kunt toch aan zijn spel zien dat het ‘m allemaal geen reet interesseert? Ik heb wat teamgenoten gevraagd of ze het eens zijn met die kritiek. Ze omschrijven Okita als een lieve, rustige jongen, maar niet als iemand die zijn best doet de vooroordelen over hem weg te nemen: ‘Waar ik wel een beetje jaloers op was, is dat het leek alsof het hem allemaal niet kon schelen’, zegt een oud-teamgenoot die inmiddels in het buitenland voetbalt. ‘Hij kwam altijd als laatste op de club bij het ontbijt, soms een paar minuten te laat. In het veld leek hij ook schijt te hebben, dat bedoel ik positief. Hij deed altijd z’n ding en als twee acties mislukte, maakt hij de derde keer weer een actie, ondanks dat jongens hem coachten of ondanks dat het publiek zat te nuilen.’

Dat nuilen, het gecultiveerde Nijmeegse zeuren op alles, bereikt Okita dat seizoen wel degelijk. Er komt naar buiten dat hij kampt met mentale problemen, een depressie wordt zelfs beweerd. ‘Ik had het gevoel dat alles misging’, zegt hij daar later over. ‘Voor het eerst in mijn carrière. Ik ben ook niet goed met de situatie omgegaan. Ik bekeek alles negatief’. Een andere omgeving zou hem goed doen, is de consensus in Nijmegen. Het liefst in Frankrijk, waar hij zich thuis voelt, en het liefst nog in de winterstop. Zo’n tobber in de selectie kunnen we niet gebruiken, we moeten promoveren, alle neuzen dezelfde kant op alstublieft.

Maar omdat andere clubs ook niet direct een versterking zien in een niet-scorende, aanvaller met motivatieproblemen, blijft Okita ook de tweede helft van het seizoen bij NEC, waar hij steeds vaker genoegen moet nemen met invalbeurten. Met het aanvalsduo Rangelo Janga en Elayis Tavsan bereikt NEC als zevende van de ranglijst ternauwernood de play-offs om promotie naar de eredivisie, waar geen rol weggelegd lijkt voor Okita. Maar in de eerste wedstrijd, uit tegen Almere, staat hij toch weer in de basis. Tavsan is geblesseerd afgehaakt en er is geen alternatief. Niet dat het supporters veel uitmaakt; of ze nou met Tavsan of Okita spelen, het vertrouwen in promotie is er sowieso niet.

Toch begint NEC uitstekend. Trainer Rogier Meijer heeft besloten in de play-offs met een extra verdediger te spelen en te leunen op de counter. Je speelt toch tegen de betere ploegen uit de competitie. Zijn aanpak heeft succes: Almere wordt verslagen en Okita scoort zowaar twee keer, in de complete competitie voorafgaand aan de play-offs maakte hij er maar vier. De 0-1 komt voort uit een lange bal die niet goed verwerkt wordt door een verdediger, Okita pikt ‘m op, kopt zichzelf al rennend richting het doel, passeert nog een verdediger en schuift de bal linksonder in het doel. De tweede goal is een makkie: door een fout van de keeper krijgt hij de bal voor zijn voeten, hij hoeft hem alleen maar in het lege doel te schuiven: 0-4. Daarna wint NEC thuis met 3-0 van Roda. Okita maakt de laatste treffer, wederom door alerter te zijn op een doorgekopte lange bal. Na vier jaar malaise is NEC tegen alle verwachtingen in nog maar één wedstrijd verwijderd van eredivisievoetbal.

Iedereen die een sport beoefent, herkent het: het moment dat je even buiten jezelf lijkt te treden en iets doet wat je zelf ook niet voor mogelijk had gehouden. Ik ben een tennisser met een matige motoriek en aangeboren concentratieproblemen, elke wedstrijd is een confrontatie met mijn tekortkomingen, maar soms slaat iemand een lob over me heen, ren ik er achteraan en sla ik ‘m zomaar opeens zonder te kijken achterstevoren langs mijn rug, strak langs de lijn. Maar het lastige is: alleen als ik het lef hebt onbewust te blijven bewegen, kan ik zo’n wonder laten gebeuren. Omdat ik zo’n bal altijd sla op het moment dat ik onbewust beweeg, kan ik het achteraf zelf ook niet helemaal geloven. Het is altijd alsof iemand anders die bal sloeg. The Inner Game leerde me dat ik dat wel degelijk zelf ben. Ik zal nooit proftennisser worden of zelfs ook maar clubkampioen, maar soms laat ik het wonder gebeuren, en als het gebeurt ben ik even ultiem gelukkig. Ik wou dat iemand eens zo’n bal filmde, ik zou het eindeloos terugkijken.

Ik heb me bij Okita wel eens afgevraagd of hij weet van al die theorie over bewust en onbewust bewegen. Zijn stoïcijnse houding lijkt me aangeboren, maar hoe summier ook: ‘gewoon je ding blijven doen’ is in feite precies waar dat hele boek om draait. Gewoon mijn ding blijven doen is geen talent van me. Als kind werd mij verteld dat ik ‘een goed stel hersens’ had, maar ook dat mijn motoriek slecht was. Ik deed mee aan de selectiedagen voor een tennisschool, maar al bij het warmlopen struikelde ik tijdens de kruispas over mijn eigen benen, met een forse schaafwond op mijn knie tot gevolg. De rest van het uur was voor spek en bonen. Mijn jongere broer daarentegen barstte van het talent, bewonderend keek ik toe hoe hij kampioen van Gelderland werd. Dat was voor mij niet weggelegd en daar had ik vrede mee. Wel ben ik altijd blijven spelen, elke wedstrijd keihard werkend, als een tennissende Randy Wolters, scheldend op mijn eigen lichaam, maar toch ook stiekem hopend dat het allemaal een keer mijn kant op zou vallen.

En ik ben altijd naar NEC blijven kijken. Balend, soms scheldend, maar ik kan het de matig presterende voetballers nooit echt kwalijk nemen. Ik weet hoe ze zich voelen, ook al zie je het er niet altijd aan af, ze doen hun best, dat weet ik zeker. Maar god, wat zou ik het leuk vinden als NEC weer in de eredivisie mag spelen, in een vol stadion, met de analisten zo mooi langs het veld, dat NEC er weer toe doet, al was het maar als kanonnenvoer voor Ajax. En om dat te bereiken, moeten ze in Breda winnen van NAC, dat zichzelf luidkeels heeft gebombardeerd tot favoriet voor promotie. Toch komt een aardig spelend NEC via een kopbal van Cas Odenthal op voorsprong. Maar dan komt de klad erin. Ze leunen te veel naar achter, bang om de voorsprong te verliezen, bang om de beslissende fout te maken. NEC speelt verkrampt, er wordt gescholden. Okita komt nauwelijks in het stuk voor. Natuurlijk gaat het mis, via de verse invaller Sydney van Hooijdonk weet NAC in de zeventigste minuut gelijk te maken. Er zijn door corona maar weinig supporters bij, uitfans zijn er sowieso niet, maar de NAC-fans maken geluid alsof het stadion stijf is uitverkocht. Mede omdat ze bij NAC ook verkrampt lijken door de spanning, houdt NEC in het restant van de wedstrijd stand. In de 89ste minuut staat de 1-1 nog steeds op het scorebord.

Een ingooi van Souffian El-Karouani naar Rangelo Janga, met een man in de rug controleert hij de bal en schuift hem terug naar zijn linksback die de bal niet aanneemt, maar meteen uitdraaiend halfhoog voorzet. Acht spelers van NAC staan in de eigen zestien, Okita staat ertussen. Lijkt hij er alles aan te doen om de voorzet te promoveren tot doelpunt? Wil hij die bal door de touwen jagen? Daar lijkt het niet op. Hij gaat het duel met zijn verdediger niet aan, maar maakt wel een split-step op het moment van de pass. Dat leerde ik met tennis vroeger ook: vlak voordat je tegenstander de bal slaat, maak je een klein sprongetje, op het moment dat je neerkomt ben je al in beweging en kun je dus beter te reageren op wat komen gaat. Je moet dat gewoon heel vaak doen zodat het een automatisme wordt en je het onbewust altijd doet. Als mijn bewuste zelf weer eens de leiding neemt en ik dus verkrampt begin te tennissen, is de split-step het eerste slachtoffer.

Na zijn split-step wurmt Okita zijn rechtervoet voor zijn verdediger, die zich druk maakt om allerlei zaken, maar geen idee heeft waar de bal zich op dat moment bevindt. Terwijl Okita naar achter leunt, maakt hij met de buitenkant van de voet contact met de bal, hij zet geen kracht, maakt gebruik van de vaart van de bal, die zo verandert van richting, naar de rechterkruising, in de geel-zwarte doelnetten. Ik heb nog nooit zo hard gejuicht.

Natuurlijk is de vreugde na het mooiste doelpunt uit zijn carrière even groot, maar tien minuten later praat Okita voor de camera weer gewoon alsof er een telefonische enquête bij hem wordt afgenomen. Tijdens het interview springt de euforische El Karouani hem om de nek, alle frustratie over het kloteseizoen komt er bij hem uit, ‘WE KOMEN ERAAN’. Okita glimlacht. ‘I Just touch the ball, now everything is good.’ Ook tijdens de huldiging, die nog diezelfde avond plaatsvindt, blijft hij rustig, op de achtergrond. Zijn medespelers maken het feest.

Maar ’s nachts, als Okita thuis is, pakt hij zijn telefoon. Hij zoekt de samenvatting van de wedstrijd en kijkt zijn eigen goal terug. En nog een keer. En nog een keer. En nog een keer. Naar eigen zeggen zeker honderd keer.

Hij was het echt zelf. Hij heeft het wonder laten gebeuren.
Echt heel mooi geschreven hoMer. Ik ga hard gras meenemen op vakantie. :tu:
Ook dat stukje over Wolters, prachtige waarheid!

Gebruikersavatar
JBNMGN
Berichten: 8874
Lid geworden op: wo 20 sep 2017, 10:25
Contacteer:

Re: Jonathan Okita

Bericht door JBNMGN »

zoete aardbei schreef:
ma 23 mei 2022, 17:13
Super-Simr schreef:
ma 23 mei 2022, 09:09
Okita altijd proberen te behouden. Moet je een speler van dat kaliber kopen ben je heel veel (meer) geld kwijt…
Geef hem een goed salaris en je hebt een basisspeler die vervolgens nog een leuke transferwaarde heeft.
We hebben 4 ton betaald aan MVV.Een goed salaris zal hij al hebben.
Die transferwaarde hebben we de afgelopen 4 jaar niet gezien anders was hij allang vertrokken.
Okita heeft bewezen in de ED beter uit de voeten te kunnen dan in de KKD maar of hij de speler is die we een nieuw contract moeten geven? Het is en blijft een wisselvallige speler die zijn momenten heeft maar dat zijn vaak dan ook bepalende momenten.
Nu er nog steeds geen concrete belangstelling is voor hem is het voor NEC een makkelijkere speler om te onderhandelen.
2023-2024 wordt het seizoen van het linker rijtje.

zoete aardbei
Berichten: 7626
Lid geworden op: do 03 sep 2020, 10:35
Contacteer:

Re: Jonathan Okita

Bericht door zoete aardbei »

JBNMGN schreef:
zo 05 jun 2022, 12:15
zoete aardbei schreef:
ma 23 mei 2022, 17:13
Super-Simr schreef:
ma 23 mei 2022, 09:09
Okita altijd proberen te behouden. Moet je een speler van dat kaliber kopen ben je heel veel (meer) geld kwijt…
Geef hem een goed salaris en je hebt een basisspeler die vervolgens nog een leuke transferwaarde heeft.
We hebben 4 ton betaald aan MVV.Een goed salaris zal hij al hebben.
Die transferwaarde hebben we de afgelopen 4 jaar niet gezien anders was hij allang vertrokken.
Okita heeft bewezen in de ED beter uit de voeten te kunnen dan in de KKD maar of hij de speler is die we een nieuw contract moeten geven? Het is en blijft een wisselvallige speler die zijn momenten heeft maar dat zijn vaak dan ook bepalende momenten.
Nu er nog steeds geen concrete belangstelling is voor hem is het voor NEC een makkelijkere speler om te onderhandelen.
Transfervrij,die belangstelling zal er best zijn.Ik gok ergens 2e BL.Zou wel bij hem passen.maar ook daar zal het wisselvalligheid troef zijn.

Nijmegen0413
Berichten: 10573
Lid geworden op: ma 25 apr 2016, 12:49
Contacteer:

Re: Jonathan Okita

Bericht door Nijmegen0413 »

Ik zou aangenaam verrast zijn als hij alsnog bijtekent.

Gebruikersavatar
pjottr
Berichten: 15800
Lid geworden op: vr 08 jun 2007, 08:53
Contacteer:

Re: Jonathan Okita

Bericht door pjottr »

Dan vrees ik dat zijn motivatie bij Nec weleens naadje zou kunnen wezen volgend seizoen.

Gebruikersavatar
burp
Berichten: 22669
Lid geworden op: zo 03 jun 2007, 15:58
Contacteer:

Re: Jonathan Okita

Bericht door burp »

Nijmegen0413 schreef:
di 14 jun 2022, 11:34
Ik zou aangenaam verrast zijn als hij alsnog bijtekent.
Ik zou het een brevet van onvermogen van Ted vinden als hij niet met wat anders weet te komen

Henkiepenkie
Berichten: 6896
Lid geworden op: ma 14 jan 2008, 10:37
Contacteer:

Re: Jonathan Okita

Bericht door Henkiepenkie »

burp schreef:
di 14 jun 2022, 11:49
Nijmegen0413 schreef:
di 14 jun 2022, 11:34
Ik zou aangenaam verrast zijn als hij alsnog bijtekent.
Ik zou het een brevet van onvermogen van Ted vinden als hij niet met wat anders weet te komen
:withstupid:

LH7
Berichten: 59
Lid geworden op: do 19 sep 2019, 15:44
Contacteer:

Re: Jonathan Okita

Bericht door LH7 »

Henkiepenkie schreef:
di 14 jun 2022, 11:54
burp schreef:
di 14 jun 2022, 11:49
Nijmegen0413 schreef:
di 14 jun 2022, 11:34
Ik zou aangenaam verrast zijn als hij alsnog bijtekent.
Ik zou het een brevet van onvermogen van Ted vinden als hij niet met wat anders weet te komen
:withstupid:
Ik snap die negativiteit rondom Okita niet zo goed. Ja hij laat wel eens een bal van zn voet springen, maar het is in ieder geval een speler met dreiging en kan (bewezen) goals maken. Heb dat liever dan een plichtmatige buitenspeler die iedere bal goed aanneemt maar nooit eens verrast. Daarnaast heeft Okita nu een jaar eredivisie ervaring, iets wat een nieuwe speler hoogstwaarschijnlijk niet gaat hebben.

Gebruikersavatar
burp
Berichten: 22669
Lid geworden op: zo 03 jun 2007, 15:58
Contacteer:

Re: Jonathan Okita

Bericht door burp »

LH7 schreef:
di 14 jun 2022, 12:18
Henkiepenkie schreef:
di 14 jun 2022, 11:54
burp schreef:
di 14 jun 2022, 11:49
Nijmegen0413 schreef:
di 14 jun 2022, 11:34
Ik zou aangenaam verrast zijn als hij alsnog bijtekent.
Ik zou het een brevet van onvermogen van Ted vinden als hij niet met wat anders weet te komen
:withstupid:
Ik snap die negativiteit rondom Okita niet zo goed. Ja hij laat wel eens een bal van zn voet springen, maar het is in ieder geval een speler met dreiging en kan (bewezen) goals maken. Heb dat liever dan een plichtmatige buitenspeler die iedere bal goed aanneemt maar nooit eens verrast. Daarnaast heeft Okita nu een jaar eredivisie ervaring, iets wat een nieuwe speler hoogstwaarschijnlijk niet gaat hebben.
Is ook geen negativiteit over Okita, daarvan weten we prima wat we er aan hebben.
En is ook gewoon belangrijk geweest dus vertrekt door de voordeur.
Maar na 4 seizoenen Okita is het ook wel mooi geweest ook, daar heb ik nu wel genoeg van gezien en tijd voor wat nieuws.

LH7
Berichten: 59
Lid geworden op: do 19 sep 2019, 15:44
Contacteer:

Re: Jonathan Okita

Bericht door LH7 »

burp schreef:
di 14 jun 2022, 12:24
LH7 schreef:
di 14 jun 2022, 12:18
Henkiepenkie schreef:
di 14 jun 2022, 11:54
burp schreef:
di 14 jun 2022, 11:49
Nijmegen0413 schreef:
di 14 jun 2022, 11:34
Ik zou aangenaam verrast zijn als hij alsnog bijtekent.
Ik zou het een brevet van onvermogen van Ted vinden als hij niet met wat anders weet te komen
:withstupid:
Ik snap die negativiteit rondom Okita niet zo goed. Ja hij laat wel eens een bal van zn voet springen, maar het is in ieder geval een speler met dreiging en kan (bewezen) goals maken. Heb dat liever dan een plichtmatige buitenspeler die iedere bal goed aanneemt maar nooit eens verrast. Daarnaast heeft Okita nu een jaar eredivisie ervaring, iets wat een nieuwe speler hoogstwaarschijnlijk niet gaat hebben.
Is ook geen negativiteit over Okita, daarvan weten we prima wat we er aan hebben.
En is ook gewoon belangrijk geweest dus vertrekt door de voordeur.
Maar na 4 seizoenen Okita is het ook wel mooi geweest ook, daar heb ik nu wel genoeg van gezien en tijd voor wat nieuws.
Maar hoe is het dan een brevet van onvermogen van TvL als hij erin slaagt om Okita een nieuw contract aan te bieden ipv een nieuwe buitenspeler te kopen? Ik zie ook graag nieuwe namen maar denk zo maar dat het nog niet zo heel makkelijk is om buitenspelers aan te trekken die net zo belangrijk zijn als okita is geweest afgelopen seizoen. Ik snap je punt wel, maar een brevet van onvermogen is echt lariekoek.

Gebruikersavatar
E.B.
Berichten: 4984
Lid geworden op: di 03 aug 2021, 15:10
Locatie: Wijchen
Contacteer:

Re: Jonathan Okita

Bericht door E.B. »

LH7 schreef:
di 14 jun 2022, 12:53
burp schreef:
di 14 jun 2022, 12:24
LH7 schreef:
di 14 jun 2022, 12:18
Henkiepenkie schreef:
di 14 jun 2022, 11:54
burp schreef:
di 14 jun 2022, 11:49
Nijmegen0413 schreef:
di 14 jun 2022, 11:34
Ik zou aangenaam verrast zijn als hij alsnog bijtekent.
Ik zou het een brevet van onvermogen van Ted vinden als hij niet met wat anders weet te komen
:withstupid:
Ik snap die negativiteit rondom Okita niet zo goed. Ja hij laat wel eens een bal van zn voet springen, maar het is in ieder geval een speler met dreiging en kan (bewezen) goals maken. Heb dat liever dan een plichtmatige buitenspeler die iedere bal goed aanneemt maar nooit eens verrast. Daarnaast heeft Okita nu een jaar eredivisie ervaring, iets wat een nieuwe speler hoogstwaarschijnlijk niet gaat hebben.
Is ook geen negativiteit over Okita, daarvan weten we prima wat we er aan hebben.
En is ook gewoon belangrijk geweest dus vertrekt door de voordeur.
Maar na 4 seizoenen Okita is het ook wel mooi geweest ook, daar heb ik nu wel genoeg van gezien en tijd voor wat nieuws.
Maar hoe is het dan een brevet van onvermogen van TvL als hij erin slaagt om Okita een nieuw contract aan te bieden ipv een nieuwe buitenspeler te kopen? Ik zie ook graag nieuwe namen maar denk zo maar dat het nog niet zo heel makkelijk is om buitenspelers aan te trekken die net zo belangrijk zijn als okita is geweest afgelopen seizoen. Ik snap je punt wel, maar een brevet van onvermogen is echt lariekoek.
Okita wil hier toch eigenlijk ook niet spelen? Anders was de samenwerking al wel verlengd. Over zijn instelling geen klachten hoor, maar is het bij hem niet net zo goed graag of niet? En niet wachten op een betere club of aanbieding, en anders toch maar NEC. Praktische vraag: Dan ben je ook tekengeld kwijt aan hem?

Gebruikersavatar
Nummer 9
Berichten: 3192
Lid geworden op: wo 11 jan 2017, 12:48
Contacteer:

Re: Jonathan Okita

Bericht door Nummer 9 »

Op Twitter zegt een Saudiër in opdracht van een zaakwaarnemer van Okita een profiel te hebben gemaakt van de spelers voor clubs in de competitie aldaar. Mocht het dus kloppen dan lijkt het dus dat hij flink wil cashen nu andere interessante clubs het toch niet in hem zien zitten.
いつでも戦える

flipsen
Berichten: 12682
Lid geworden op: do 02 jul 2009, 10:34

Re: Jonathan Okita

Bericht door flipsen »

E.B. schreef:
di 14 jun 2022, 13:02
LH7 schreef:
di 14 jun 2022, 12:53
burp schreef:
di 14 jun 2022, 12:24
LH7 schreef:
di 14 jun 2022, 12:18
Henkiepenkie schreef:
di 14 jun 2022, 11:54
burp schreef:
di 14 jun 2022, 11:49


Ik zou het een brevet van onvermogen van Ted vinden als hij niet met wat anders weet te komen
:withstupid:
Ik snap die negativiteit rondom Okita niet zo goed. Ja hij laat wel eens een bal van zn voet springen, maar het is in ieder geval een speler met dreiging en kan (bewezen) goals maken. Heb dat liever dan een plichtmatige buitenspeler die iedere bal goed aanneemt maar nooit eens verrast. Daarnaast heeft Okita nu een jaar eredivisie ervaring, iets wat een nieuwe speler hoogstwaarschijnlijk niet gaat hebben.
Is ook geen negativiteit over Okita, daarvan weten we prima wat we er aan hebben.
En is ook gewoon belangrijk geweest dus vertrekt door de voordeur.
Maar na 4 seizoenen Okita is het ook wel mooi geweest ook, daar heb ik nu wel genoeg van gezien en tijd voor wat nieuws.
Maar hoe is het dan een brevet van onvermogen van TvL als hij erin slaagt om Okita een nieuw contract aan te bieden ipv een nieuwe buitenspeler te kopen? Ik zie ook graag nieuwe namen maar denk zo maar dat het nog niet zo heel makkelijk is om buitenspelers aan te trekken die net zo belangrijk zijn als okita is geweest afgelopen seizoen. Ik snap je punt wel, maar een brevet van onvermogen is echt lariekoek.
Okita wil hier toch eigenlijk ook niet spelen? Anders was de samenwerking al wel verlengd. Over zijn instelling geen klachten hoor, maar is het bij hem niet net zo goed graag of niet? En niet wachten op een betere club of aanbieding, en anders toch maar NEC. Praktische vraag: Dan ben je ook tekengeld kwijt aan hem?
als we maar genoeg betalen dan blijft hij heus wel bij ons spelen .......
Risus abundat in ore stultorum

Plaats reactie

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 16 gasten